Problematiek van de artsen werkzaam in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de faciliteitengemeenten
De Nationale Raad van de Orde van geneesheren besprak de problematiek van de artsen werkzaam in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de faciliteitengemeenten.
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad van de Orde van geneesheren besprak in zijn vergadering van 20 september 2014 de problematiek van de artsen werkzaam in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de faciliteitengemeenten.
De artsen die als plaats van voornaamste bedrijvigheid een locatie in het tweetalig administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad aanwijzen, hebben overeenkomstig artikel 3 van de wet van 25 juli 1938 tot oprichting van de Orde der geneesheren de keuze zich in te schrijven bij de Raad van Brabant met het Nederlands, respectievelijk het Frans als voertaal. Zoals bevestigd door het cassatiearrest van 21 oktober 1993 heeft een arts werkzaam in het tweetalig administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad die reeds is ingeschreven bij één van beide raden, steeds de mogelijkheid te beslissen om ingeschreven te worden op de lijst van de andere Raad van Brabant. Het artikel 38 van het koninklijk besluit van 6 februari 1970 dat stelt "De geneesheren, die in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad woonachtig zijn en die, voor de inschrijving op de lijst van de Orde, één van de twee provinciale raden van Brabant hebben gekozen, mogen niet vragen naar een provinciale raad van de andere taalrol te worden verwezen." doet aan deze mogelijkheid om van raad te veranderen geen afbreuk.
Een arts die van deze wijzigingsmogelijkheid wenst gebruik te maken, dient evenwel de richtlijnen van het advies van de Nationale Raad "Overplaatsing van artsen van de éne naar de andere provincie" (TNR 27, p 23) na te leven.
Wat betreft de artsen die als plaats van voornaamste bedrijvigheid een locatie in een faciliteitengemeente aanwijzen, ziet de Nationale Raad van de Orde van geneesheren geen enkele wettelijke basis op grond waarvan zij op de lijst van een andere provinciale raad zouden worden ingeschreven dan degene tot wiens geografisch grondgebied de aangewezen plaats van voornaamste bedrijvigheid behoort.
De Nationale Raad wijst in deze op het artikel 36 van het koninklijk besluit van 6 februari 1970 dat stelt "De geneesheer, die de taal die gebruikt wordt door de provinciale raad waaronder hij ressorteert niet of niet voldoende begrijpt, kan vanaf het begin van het onderzoek en ten laatste voor de terechtzitting vragen naar een provinciale raad van de andere taalrol te worden verwezen." Dit artikel is onverkort ook op deze artsen van toepassing.
Wat betreft de administratieve zaken waarmee deze artsen geconfronteerd worden, herinnert de Nationale Raad eraan dat overeenkomstig het artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 79 de wettelijke bepalingen op het gebruik der talen in bestuurszaken van toepassing zijn. Dit impliceert dat een arts als de plaats van voornaamste bedrijvigheid een locatie in een faciliteitengemeente aanwijst op grond van zijn voornaamste activiteiten en bovendien gedomicilieerd is in een faciliteitengemeente, overeenkomstig het artikel 34 van de Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, kan verzoeken dat de administratieve communicatie met de provinciale raad in de andere taal geschiedt.