keyboard_arrow_right
Deontologie

Transfer van een arts naar een andere provinciale raad

Een provinciale raad vraagt om instructies van de Nationale Raad voor een probleem inzake inschrijving op de Lijst van de Orde van geneesheren. De Nationale Raad stelde tot nu toe dat wanneer een arts zijn medische woonplaats voor een periode van minder dan 12 maanden verplaatste naar het grondgebied van en andere provinciale raad, er geen tijdelijke overgang naar die andere provinciale raad nodig was en de inschrijving ongewijzigd kon gelaten worden. De minister van Volksgezondheid daarentegen eist dat op het diploma het visum aangebracht wordt van de geneeskundige commissie van de provincie waar de arts op dat moment werkzaam is.

Dit heeft tot gevolg dat er een discrepantie ontstaan is tussen de deontologische voorschriften en de instructies van het ministerie van Volksgezondheid.

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn zitting van 24 oktober 1998 het probleem inzake inschrijving op de Lijst van de provinciale raad, zoals geschetst in uw brief van 15 juli 1998, onderzocht.

Teneinde aan dit probleem, dat zich vooral voor jonge artsen in opleiding stelt, te verhelpen stelt de Nationale Raad de vereiste voorop dat elke arts dient ingeschreven te zijn op de Lijst van de Orde van die provincie waar hij/zij op dat ogenblik zijn/haar voornaamste medische activiteit uitoefent.

Enkel op die manier zal de nu bestaande discordantie tussen de inschrijving op de Lijst van de Orde en het visum toegekend door de provinciale geneeskundige commissie kunnen worden opgeheven.

De Nationale Raad richt onderstaande brief tot alle provinciale raden:

De Nationale Raad heeft, op vraag van een provinciale raad, in zijn zitting van 24 oktober 1998 de momenteel bestaande discordantie onderzocht die ontstaat door het feit dat, bij tijdelijke mutatie van artsen, meestal in opleiding, naar een andere provincie, en dit voor periodes minder dan twaalf maanden, geen verplichting tot overschakeling naar de provinciale raad van de Orde van die andere provincie werd vooropgesteld. Dit in tegenstelling tot de door de minister opgelegde verplichting om in dergelijk geval een nieuwe visumaanvraag te richten aan de provinciale geneeskundige commissie van die provincie waar men tijdelijk werkzaam is.

Dit brengt met zich mee dat artsen die tijdelijk hun medische activiteit naar een andere provincie overbrengen niet meer kunnen ingeschreven worden of blijven bij hun oorspronkelijke provinciale raad, aangezien zij niet of niet meer beschikken over een visum vanwege hun oorspronkelijke provinciale geneeskundige commissie.

Teneinde aan dit bestaande euvel te verhelpen stelt de Nationale Raad als regel dat de arts steeds dient ingeschreven te zijn op de Lijst van de Orde van die provincie waar hij/zij op dat ogenblik zijn/haar voornaamste medische activiteit uitoefent.