Verzorgend personeel in rust- en verzorgingstehuizen
Verzorgend personeel in de rust- en verzorgingstehuizen
De secretaris-generaal van FEMARBEL (Fédération des maisons de repos privées de Belgique MR-MRS) vraagt aan de Nationale Raad of de bepalingen van de Code van geneeskundige Plichtenleer artsen toelaat een contract te sluiten voor tewerkstelling als verzorger in een rusthuis.
Zo ja, waarom weigert het RIZIV dan artsen te erkennen als verzorgend personeel in het raam van het Ministerieel Besluit van 19 mei 1992 ?
Advies van de Nationale Raad
De Nationale Raad besprak in zijn vergadering van 18 september 1993 uw adviesaanvraag van 30 maart 1993 met betrekking tot de mogelijkheid om in rustoorden en rust en verzorgingstehuizen artsen tewerk te stellen als ziekenverzorgers.
Opdat iemand in een rustoord voor bejaarden zou kunnen tewerkgesteld worden als lid van het verzorgend personeel, dient hij te beschikken over een registratienummer toegekend door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het R.l.Z.I.V.. Dit registratienummer kan slechts toegekend worden indien de betrokkene voldoet aan bepaalde kwalificatievereisten, vastgesteld in art. 2 §4 van het M.B. van 19 mei 1992 tot vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 25 par. 12 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, voor de in artikel 23, 13° van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen, zoals laatst gewijzigd door het M.B. van 22 juli 1993 (Belgisch Staatsblad 1 september 1993, p. 19206).
De in dit besluit vermelde kwalificatievereisten houden in dat een lid van het verzorgend personeel minstens een brevet, diploma, studiegetuigschrift of kwalificatiegetuigschrift van het secundair onderwijs moet bezitten van een bepaalde, in het genoemd Ministerieel Besluit vermelde studierichting.
Aangezien een arts door zijn opleiding in principe niet voldoet aan deze kwalificatievereisten, kan hem geen R.l.Z.l.V.- registratienummer toegekend worden en kan hij in beginsel niet tewerkgesteld worden als ziekenverzorger, tenzij hij onder de toepassing zou vallen van de overgangsregeling voorzien in art. 2 §4bis van hogervermeld Ministerieel Besluit of tenzij de bevoegde Gemeenschapsminister de opleiding van arts zou gelijkstellen met die van ziekenverzorger.
In beginsel mag een doctor in de geneeskunde niet gelijktijdig ingeschreven zijn bij de Orde der geneesheren en derhalve het recht genieten om het medisch beroep uit te oefenen, en tevens werkzaam zijn als ziekenverzorger, dit om onder meer elk deontologisch en professioneel conflict te voorkomen.