Het weigeren van een afspraak voor een consultatie louter om persoonlijke organisatorische redenen van de patiënt.
Steeds meer patiënten maken gebruik van online-agendasystemen om een afspraak te boeken bij de huisarts. Wanneer de GMD-houdende huisarts niet onmiddellijk beschikbaar is, wordt een online afspraak geboekt bij een andere huisarts die de patiënt vroeger kan ontvangen.
De nationale raad van de Orde der artsen heeft in zijn vergadering van 23 maart 2024 onderzocht of een huisarts een patiënt waarvan het globaal medisch dossier door een andere huisarts wordt beheerd mag weigeren indien de afspraak wordt geboekt louter om persoonlijke organisatorische redenen van de patiënt.
1/ De patiënt heeft recht op vrije keuze van de arts en recht op wijziging van deze keuze.[1]
Wanneer het online-agendasysteem het voor niet gekende of niet GMD-patiënten mogelijk maakt een afspraak te boeken, weet de huisarts niet altijd voor welke reden(en) de patiënt op consultatie komt. De redenen kunnen uiteenlopend en gerechtvaardigd zijn: het vragen van een second opinion, het verhinderd zijn van de GMD-houdende huisarts, de wens om van GMD-houdende huisarts te veranderen, de aanwezigheid van een hoogdringende pathologie, enz.
De huisarts kan een patiënt bijgevolg niet weigeren omwille van het feit dat het globaal medisch dossier wordt beheerd door een andere huisarts.
2/ Op de huisarts rusten verschillende wettelijke en deontologische verplichtingen:
- de wettelijke hulpverleningsplicht[2] bij hoogdringende pathologie;
- het verzekeren van de continuïteit van de zorg[3]. De GMD-houdende huisarts moet zijn praktijk zo organiseren dat hij kan voldoen aan zijn verplichting van zorgcontinuïteit en GMD-patiënten binnen een redelijke termijn kan ontvangen;
- het vervangen van verhinderde collega’s[4];
- de deelname aan de medische permanentie[5];
- enz..
Anderzijds heeft de huisarts aandacht en zorg voor zijn eigen gezondheid en streeft hij naar een evenwicht tussen zijn beroepsactiviteiten en zijn privéleven.[6]
Indien de reden van de patiënt om bij een andere huisarts een afspraak te maken louter organisatorisch is, omdat de GMD-houdende huisarts binnen een redelijke termijn een ander tijdstip voorstelt dat minder goed uitkomt voor de patiënt, kan deze eerste de patiënt weigeren.
De arts-patiëntrelatie ontstaat uit een vrijwillig engagement tussen de patiënt en de arts, met respect voor de autonomie van zowel de arts als de patiënt. De huisarts kan die relatie toezeggen, weigeren of beëindigen, rekening houdend met zijn wettelijke en deontologische plichten. De weigering wordt duidelijk gecommuniceerd aan de patiënt.
In die zin is het aangewezen het online-agendasysteem enkel beschikbaar te stellen voor gekende patiënten of GMD-houdende patiënten. Aan ongekende patiënten kan bijvoorbeeld worden gevraagd telefonisch contact op te nemen om de reden van consultatie voorafgaand na te vragen.
[1] Art. 6, wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt; art. 15, Code van medische deontologie.
[2] Art. 422bis, Strafwetboek.
[3] Art. 17, wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg; art. 13, Code van medische deontologie.
[4] Art. 13, Code van medische deontologie.
[5] Art. 21 e.v., wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg; art. 13, Code van medische deontologie.
[6] Art. 10, Code van medische deontologie.