Raadplegen van medische dossiers via de telematicamiddelen in een ziekenhuis door een arts zonder de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt
Dit advies werd op 20 maart 2021 gecorrigeerd. De lezer wordt verzocht ook het advies van 20 maart 2021 te lezen betreffende het recht van de ziekenhuisarts toegang te hebben tot de persoonsgegevens opgenomen in het ziekenhuisdossier om zich te verdedigen in rechte (a168003).
De nationale raad van de Orde der artsen brengt de volgende beginselen in herinnering betreffende de inzage in het medisch dossier van een patiënt door een ziekenhuisarts voor persoonlijke doeleinden.
De gezondheidsgegevens die verzameld werden in het kader van de zorg mogen enkel voor andere doeleinden aangewend worden indien de patiënt erin toestemt of indien de wet het toelaat (artikel 458 van het Strafwetboek, Verordening (EU) 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens).
Het feit dat men in het verleden een therapeutische relatie had met een patiënt rechtvaardigt niet dat men blijvend inzage heeft in zijn gezondheidsgegevens.
De medische geheimhoudingsplicht volstaat niet om de inzage in deze gegevens te rechtvaardigen: het medisch geheim houdt de verplichting in om te zwijgen en kent geen enkel recht toe om te weten.
De arts die een systeem voor inzage in het patiëntendossier voor andere doeleinden gebruikt dan die waarvoor deze inzage hem toegezegd werd, stelt een onwettige daad (artikel 550bis van het Strafwetboek) die eveneens een deontologische fout uitmaakt.
Deze principes gelden voor de inzage van het ziekenhuisdossier, maar eveneens voor de inzage van het geautomatiseerd medisch dossier dat geraadpleegd kan worden door de gezondheidsnetwerken via de ziekenhuistoegangen.