keyboard_arrow_right
Deontologie

Verantwoordelijkheid van kribbepersoneel wanneer bij een kind een allergische shock zou optreden

Het onmiddellijk toedienen van adrenaline bij het optreden van een anafylactische shock is levensreddend. Sinds het op de markt komen van dit geneesmiddel onder de vorm van een speciale kit, die ook door niet-medisch geschoold personeel kan toegediend worden, rijzen er vragen omtrent de verantwoordelijkheid van deze toediening aan minderjarigen in kribbe- of schoolverband. Er dient namelijk rekening gehouden worden met meerdere factoren: het ouderlijk gezag, de hulpverleningsplicht en de rol van de arts zowel bij het voorschrijven als bij het geven van opleiding aan het personeel in kribbes en scholen. Een goede communicatie en sluitende afspraken tussen de onderscheidenlijke actoren zijn noodzakelijk om in levensbedreigende omstandigheden onmiddellijk te kunnen handelen, zelfs alvorens de hulpdiensten ter plaatse zijn.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 9 februari 2013 heeft de Nationale Raad uw vraag aangaande de verantwoordelijkheid van het personeel van de kinderopvang wanneer bij een kind een allergische shock zou optreden, onderzocht.

Elke burger is op basis van de wettelijke hulpverleningsplicht verplicht om hulp te bieden aan personen in nood.

De laatste jaren is het aantal kinderen dat lijdt aan een allergie, evenals het voorkomen van een anafylactische shock als meest ernstige uitingsvorm, drastisch toegenomen. In deze levensbedreigende situatie is de onmiddellijke toediening van adrenaline de hoeksteen van de behandeling. Om die reden dienen patiënten die een risico hebben voor een ernstige allergische reactie, adrenaline in hun onmiddellijke omgeving te hebben. Een speciale kit is ontworpen en geregistreerd onder de naam Epipen om eenieder, mits de nodige instructies, in staat te stellen om in levensbedreigende situaties een standaarddosis adrenaline in de bovenbilspier van de patiënt te injecteren.

Ouders kunnen in het verlengde van hun ouderlijk gezag aan personen die in de directe omgeving van hun kinderen verblijven, zoals personeel van scholen en (voorschoolse en buitenschoolse) kinderopvang, de schriftelijke toestemming geven om de Epipen in levenbedreigende situaties aan te wenden, mits zij een doktersvoorschrift kunnen voorleggen dat deze personen opdraagt aldus te handelen. Hiermee kan de behandeling direct worden opgestart en wordt er geen tijd verloren in afwachting van de komst van de hulpdiensten.

De beste waarborg voor een adequate aanpak wordt verkregen als de ouders samen met de behandelende arts van het kind, de medische dienst, die toezicht houdt op de kinderopvang of de school, zo uitgebreid mogelijk hierover informeren en zij samen desgewenst een opleiding voorzien waarin de preventieve maatregelen om het allergeen te vermijden, de symptomen van de anafylactische shock en de toedieningstechniek van de Epipen grondig worden uitgelegd.