keyboard_arrow_right
Deontologie

Hervorming van de Orde van geneesheren

Naar aanleiding van het verschijnen van een aantal persartikels over voorontwerpen van wet tot hervorming van de Orde van geneesheren, richt de Nationale Raad onderstaande brief aan de heer M. COLLA, minister van Volksgezondheid en Pensioenen.
Een kopie van deze brief wordt gestuurd aan de eerste minister en aan de voorzitters van de politieke partijen.

De voorbije weken maakte de, vooral artsengerichte, pers melding van twee door uw kabinet voorbereide voorontwerpen van wet "die een grondige herziening van de Orde van artsen en van apothekers bevatten".

U had blijkbaar, alleszins volgens mediaberichten (zie o.m. uw in de Financieel Economische Tijd van 30 juli 1998 weergegeven "gesprek met de redactie") het inzicht vooraleer de gezegde voorontwerpen aan de Ministerraad voor te leggen, de teksten begin van deze maand "een laatste keer" (?) voor te leggen aan de betrokkenen.

Het kan niet worden ontkend dat de Orde der geneesheren in de vermelde context één der voornaamste betrokkenen is.

Het kan dan ook slechts verbazen dat de gezegde teksten ver van een laatste keer, helemaal niet aan de Nationale Raad van de Orde werden voorgelegd en dat de Nationale Raad van de Orde, die ongetwijfeld een positieve bijdrage had kunnen leveren, zelfs helemaal niet bij de totstandkoming van de teksten werd betrokken.

De Orde van geneesheren kan de door U gevolgde werkwijze, die getuigt van een niet te rechtvaardigen afwijzing van de door U toch voorgestane inspraak van belanghebbenden, slechts betreuren.

Kopie van dit schrijven wordt toegezonden aan de heer eerste minister, alsmede aan de voorzitters van de politieke partijen.