Mogelijkheid voor een arts om publiciteit te voeren voor zijn kandidatuur voor de verkiezing van de leden van de provinciale raden
In zijn vergadering van 20 februari 2016, onderzocht de nationale raad van de Orde der artsen de vraag betreffende de publiciteit die een arts voert voor zijn kandidatuur voor de verkiezing van de leden van de provinciale raden.
Het is noodzakelijk dat de kandidaten voorgesteld worden aan de kiezers.
Bedoeling is aan de kiezers duidelijk te maken wat de motivatie is van de kandidaat om het beoogde mandaat te vervullen; deze informatie kan gepaard gaan met een persoonlijke voorstelling die objectief is wat zijn bekwaamheden en beroepsactiviteiten betreft en met een foto.
De kiezers kunnen over de kandidaturen geïnformeerd worden door de artsen-kandidaten of door de Orde zelf.
Indien de kandidaat zelf promotie wenst te voeren voor zijn kandidatuur, brengt hij de provinciale raad op voorhand op de hoogte. De inhoud, de vorm en de gebruikte informatiedragers mogen niet van die aard zijn dat ze het beroep in diskrediet brengen. Kritiek op of vergelijking met collega's is niet aanvaardbaar.
Indien de provinciale raden beslissen zelf de kandidaten voor te stellen, dienen zij erop toe te zien dat hun mededeling billijk is voor alle kandidaten van de provincie.
De nationale raad publiceert op zijn website, per provincie, een uniforme voorstelling van alle kandidaten op grond van de inlichtingen die hij verkregen heeft van deze laatsten.
Dit advies vervangt de vroegere adviezen aangaande de mogelijkheid voor een arts om publiciteit te voeren voor zijn kandidatuur voor de verkiezing van de leden van de provinciale raden.