keyboard_arrow_right
Deontologie

Voorzitterschap van de provinciale raad

Een provinciale raad vraagt aan de Nationale Raad wie de vergaderingen van de provinciale raad moet voorzitten wanneer de voorzitter en de ondervoorzitter gelijktijdig verhinderd zijn.

Advies van de Nationale Raad (16 november 1991):

  1. in geval van gelijktijdige verhindering van zowel de voorzitter als de ondervoorzitter van de provinciale raad, wordt de functie van voorzitter uitgeoefend door het effectief lid dat reeds het langst zetelt in de betrokken provinciale raad;
  2. indien er meerdere 'langst zetelende leden' zijn, wordt het voorzitterschap waargenomen door de oudste (in leeftijd) onder hen.