Resultaten
Resultaten
Het verbreken van de therapeutische relatie om redenen die te wijten zijn aan het gedrag van de patiënt.
De nationale raad van de Orde der artsen wordt om advies verzocht over het verbreken van de therapeutische relatie om redenen die te wijten zijn aan het gedrag van de patiënt.
Respect is fundamenteel voor de therapeutische relatie tussen de arts en de patiënt. Het respect moet wederzijds zijn en moet zowel uitgaan van de arts als van de patiënt.
Wanneer de arts geconfronteerd wordt met ongepast gedrag van zijn patiënt is het gerechtvaardigd dat hij dit op een genuanceerde en gematigde manier aan de patiënt overbrengt. De arts staat open voor de klachten van de patiënt en het invraagstellen van zijn eigen gedrag, maar dat neemt niet weg dat hij de grenzen aangeeft die niet mogen worden overschreden en de patiënt waarschuwt voor de gevolgen voor de voortzetting van hun relatie.
De arts heeft het recht om de therapeutische relatie stop te zetten indien hij het onmogelijk acht de behandeling voort te zetten (artikel 32 van de Code van medische deontologie en het bijbehorende commentaar).
Een geschil mag niet worden bestraft met het stopzetten van de behandeling. Het onevenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van zorg mag er niet toe leiden dat de arts te snel besluit om een einde te maken aan een therapeutische relatie. Wanneer de patiënt gebruik maakt van zijn rechten mag dit niet tot gevolg hebben dat de arts de therapeutische relatie verbreekt.
De arts vermijdt impulsief te reageren. Zijn beslissing moet zorgvuldig, gewetensvol en te gepasten tijde worden genomen, aangezien de patiënt een nieuwe arts moet vinden.
Indien de omstandigheden of grensoverschrijdend gedrag doen vrezen voor de veiligheid en fysieke of psychische integriteit van de arts, is het gerechtvaardigd een relatie zonder uitstel te beëindigen. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer de arts wordt aangevallen, bedreigd, ernstig belasterd op sociale netwerken of onder druk wordt gezet om onrechtmatige of zelfs illegale handelingen te verrichten.
Wanneer de arts wordt geconfronteerd met een gewelddadige patiënt doet hij een beroep op collega's zodat hij niet alleen is wanneer hij zijn beslissing om de behandeling te beëindigen bekendmaakt. Hij verwijst de patiënt door naar instellingen die door hun infrastructuur en ervaring beter in staat zijn om met dit soort profiel of pathologie om te gaan.
De arts volgt de voorgeschreven onderzoeken op, vooral als er hem abnormale resultaten worden gerapporteerd, of verwijst de patiënt door naar een collega.
Hij verzekert zich ervan dat de patiënt toegang heeft tot de urgente zorgverlening die hij nodig heeft.
Geweld tegen zorgverleners, in welke vorm dan ook, is onaanvaardbaar. Het is essentieel om de moeilijkheden van de artsen in kaart te brengen om de autoriteiten bewust te maken van dit maatschappelijke probleem. Dit kan gebeuren door het agressieformulier in te vullen op de website van de Orde der artsen (https://ordomedic.be/nl/aanmeldingsformulier-agressie).
Een affiche uithangen in de wachtkamer is een manier om alle patiënten bewust te maken van het wederzijdse respect dat essentieel is voor de zorgrelatie. Een affiche is als bijlage beschikbaar voor de arts.
De arts die de therapeutische relatie verbreekt om redenen die te wijten zijn aan het gedrag van de patiënt laat dit weten aan de provinciale raad waarvan hij afhangt, met vermelding van deze redenen.
Geluidsopname van raadplegingen
De nationale raad van de Orde der artsen heeft in zijn vergadering van 16 september 2023 onderzocht of de patiënt een geluidsopname mag maken van de raadpleging.
De patiënt heeft tegenover de arts het recht op alle hem betreffende informatie die nodig is om inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan (art. 7, wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt).
De patiënt heeft ook het recht zo volledig mogelijk te worden geïnformeerd over de verschillende aspecten van de behandeling, opdat hij geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij kan toestemmen in iedere tussenkomst van de arts (art. 8, wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt).
Het “voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt en tot wijziging van bepalingen inzake rechten van de patiënt in andere wetten inzake gezondheid” tracht dit informatierecht nog aan te scherpen en zo performant mogelijk te maken ten aanzien van de patiënt. Wat betreft de geluidsopname van een raadpleging, zegt de memorie van toelichting bij het voorontwerp dat “een patiënt met medeweten van de zorgverlener een geluidsopname mag maken van het gesprek met de gezondheidszorgbeoefenaar ten einde achteraf de verstrekte informatie nogmaals te kunnen beluisteren”. (zie voorontwerp wet patiëntenrechten memorie, dd. 19 juli 2023)
De nationale raad verstrekt het volgende advies:
De arts-patiëntrelatie is een zorgrelatie gebaseerd op wederzijds vertrouwen.
Het heimelijk opnemen door de patiënt van een raadpleging kan het vertrouwen van de arts schenden en een einde teweeg brengen van de therapeutische relatie (overeenkomstig de modaliteiten van 32, Code van medische deontologie).
De situatie kan zich evenwel voordoen dat de patiënt ten aanzien van de arts aangeeft dat de mondelinge informatie voor hem onvoldoende is om een volledig inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand of een geïnformeerde toestemming te geven, bijvoorbeeld omwille van de hoeveelheid aan informatie of de ernst van de gezondheidstoestand van de patiënt (te denken valt aan een raadpleging oncologie).
In dat geval kan in gezamenlijk overleg arts-patiënt een oplossing worden gezocht om de gezondheidsinformatie beter te kunnen assimileren, te denken valt aan een (bijkomende) schriftelijke informatie of een geluidsopname. Beide actoren van de vertrouwensrelatie dienen met deze opname in te stemmen.
Zowel de patiënt als de arts dienen er zich van bewust te zijn dat de aanwezigheid van een microfoon of videoapparaat de consultatie een meer onnatuurlijk en gekunsteld karakter kunnen geven.
Addicties - Overleg over de gezondheidstoestand van de patiënt tussen behandelende artsen
De nationale raad van de Orde der artsen bestudeerde in zijn vergadering van 15 oktober 2022 de vraag of een arts de ernstige verslavingsproblematiek van een patiënte mag melden aan een gynaecoloog in de context van de opstart van een fertiliteitsbehandeling.
Het staat wetenschappelijk vast dat het gebruik van alcohol en andere verslavende middelen vanaf de conceptie en gedurende de gehele zwangerschap een zeer nefaste invloed heeft op de ontwikkeling van de vrucht. Het foetaal alcoholsyndroom bij wijze van voorbeeld kenmerkt zich door zeer ernstige afwijkingen[1] waardoor de toekomstsmogelijkheden van het kind zwaar gehypothekeerd worden.
De nationale raad is van oordeel dat in ernstige en bewezen gevallen van ethylisme en/of het gebruik van andere verslavende middelen, nadat de moeder meermaals gewezen werd op de gevaren voor haarzelf en de toekomstige baby, het beroepsgeheim kan wijken om een hoger belang te dienen, namelijk het vrijwaren van de fysieke en psychische integriteit van het ongeboren kind.
[1] Kenmerken van het foetaal alcoholsyndroom
Bij de geboorte
Groeiachterstand
Afwijkende gelaatskenmerken
Neurologische afwijkingen
• slechte spiercoördinatie,
• slechte zuigreflex, kauwproblemen,
• overgevoeligheid voor geluid en/of fel licht,
• slaapproblemen,
• aandacht- en geheugenstoornissen,
• spraakstoornissen,
• aantasting van het gezichtsvermogen,
• leer- en gedragsproblemen, hyperactiviteit, autistisch gedrag,
• mentale achterstand (gemiddeld IQ van 60).
Andere mogelijke afwijkingen
• hartproblemen
• misvormingen aan skelet en interne organen (bv. nieren, lever, geslachtsorganen)
• gehoorproblemen
• misvormingen in heupgewricht
• scoliose
• te hoge of te lage spierspanning
• verstoorde motoriek (fijne bewegingen)
• verhoogde kans op oor- en longontsteking
• beven
• prikkelbaarheid
• impulsief gedrag
• epilepsie
• evenwichtsstoornissen.
Veel voorkomende problemen bij kinderen en volwassenen
• Psychische klachten, psychiatrische problemen (zoals depressie)
• Leerproblemen, slechte schoolprestaties, problemen op het werk
• Gedragsproblemen, crimineel gedrag
• Onaangepast seksueel gedrag
• Alcohol- en drugsproblemen
• Sociaal isolement
Inschatten van de wilsbekwaamheid van een patiënt - zorgvolmacht
De nationale raad van de Orde der artsen heeft de adviesaanvraag betreffende het inschatten van de wilsbekwaamheid van een patiënt voor het ondertekenen van een zorgvolmacht, onderzocht.
Een zorgvolmacht is een schriftelijke volmacht waarbij een persoon een andere persoon aanduidt die beslissingen kan nemen in zijn plaats vanaf het moment waarop de opsteller niet meer wilsbekwaam is.
Op het ogenblik van het opstellen van de zorgvolmacht dient de opsteller wilsbekwaam te zijn. In principe is hiervoor geen attest van wilsbekwaamheid vereist. De controle gebeurt post-factum. Dit betekent dat indien achteraf zou blijken dat de opsteller wilsonbekwaam was ten tijde van het opstellen van de zorgvolmacht, deze nietig kan worden verklaard. Het is evenwel aannemelijk dat men daarop tracht te anticiperen en reeds voorafgaand aan het opstellen van de zorgvolmacht wil nagaan of de opsteller wilsbekwaam is. De behandelende arts kan, op verzoek van of met toestemming van de patiënt, een wilsbekwaamheidsattest verlenen aan de patiënt of aan de notaris, via de patiënt.
(https://www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/wilsbekwaamheid-van-de-patient-attest)
Gezien de wilsbekwaamheid van een persoon een medische aangelegenheid is, ligt de verantwoordelijkheid voor de evaluatie van de feitelijke wilsbekwaamheid bij de arts. Op heden bestaat er in België evenwel geen concreet stappenplan ter beoordeling van de wilsonbekwaamheid van de patiënt. Het raadgevend comité voor bio-ethiek heeft in het verleden, weliswaar binnen een andere context, gezegd dat een collegiale besluitvorming is aangewezen.
(Advies nr. 9 - levensbeëindigend handelen bij wilsonbekwamen | FOD Volksgezondheid (belgium.be))
De nationale raad is niet bevoegd, noch bekwaam om hierover specifieke richtlijnen uit te brengen. Deontologisch dient te arts te handelen overeenkomstig de huidige stand van de wetenschap. (art. 4, Code van medische deontologie). Daarnaast is de arts bewust van de grenzen van zijn kennis en zijn mogelijkheden. (art. 6, Code van medische deontologie). De arts vraagt, indien hij dit nodig acht, het advies van collega's of andere gezondheidszorgbeoefenaars. Elke arts heeft bovendien de verantwoordelijkheid om de patiënt te verwijzen naar een andere ter zake bevoegde beoefenaar van een gezondheidszorgberoep wanneer de gezondheidsproblematiek waarvoor een tussenkomst is vereist de grenzen van het eigen competentiegebied overschrijdt. (Commentaar bij artikel 6, Code van medische deontologie)
Bewakingscamera in een geneeskundepraktijk
De nationale raad van de Orde der artsen verstrekt het volgende advies betreffende het installeren van een bewakingscamera in de onderzoeksruimte van de medische praktijk met als doel misdrijven te voorkomen of vast te stellen.
De veiligheid van de patiënten, van het administratief personeel en van de gezondheidsberoepsbeoefenaars is een absolute noodzaak.
Hetzelfde geldt voor de eerbiediging van de intimiteit van de patiënt, van het medisch geheim en van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken personen. Bij de keuze van de maatregelen tot bescherming van de fysieke integriteit dient men zich dan ook te laten leiden door de eerbiediging van voorgaande beginselen.
De nationale raad meent dat de visuele bewaking van een medische raadpleging onaanvaardbaar is aangezien ze een aantasting vormt van de rechten van de patiënt.
De wet van 21 maart 2007 en de uitvoeringsbesluiten ervan regelen de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's teneinde misdrijven tegen personen of goederen te voorkomen of vast te stellen. De wet bepaalt dat de bewakingscamera's geen beelden mogen opleveren die de intimiteit van een persoon schenden. De nationale raad meent dat dit het geval is bij beelden die van de patiënt genomen worden tijdens een medische raadpleging.
De Algemene Directie Veiligheid en Preventie verstrekt veiligheidstips (https://www.besafe.be), in het bijzonder via een bijzondere brochure voor de artsen (https://www.besafe.be/nl/veiligheidsthemas/ondernemers-vrije-beroepen/veiligheid-van-huisartsen).
De mechanismen om hulp in te roepen bij agressie die hierin worden aanbevolen, bieden op veiligheidsgebied een alternatief voor de bewakingscamera dat minder inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer.
Informatie over het gebruik van bewakingscamera's, in het bijzonder in ziekenhuiskringen, vindt men op de website van de Gegevensbeschermingsautoriteit (https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/cameras).