keyboard_arrow_right
Deontologie

Verantwoordelijkheden van zevendejaars studenten

Een geneesheer vraagt de Nationale Raad te preciseren welke verantwoordelijkheden een zevendejaars student in de geneeskunde tijdens zijn ziekenhuisstage en een stage algemene geneeskunde mag nemen.

Tijdens de discussie wordt erop gewezen dat de student geen medische handelingen mag stellen en derhalve geen enkele verantwoordelijkheid kan nemen.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat een zevendejaars student geen enkele verantwoordelijkheid kan nemen.

Krachtens artikel 38ter, lid 2, van het koninklijk besluit nr 78 van 10 november 1967, mag de student in de geneeskunde wel activiteiten van verpleegkunde verrichten.

Artikel 38ter luidt inderdaad als volgt:

"Onverminderd de in het Strafwetboek gestelde straffen wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met een geldboete van zesentwintig tot tweeduizend frank of met een van deze straffen alleen:
1° hij die, zonder aan de vereiste voorwaarden te voldoen om de geneeskunde uit te oefenen of zonder in het bezit te zijn van een geviseerde bekwaamheidstitel, een of meer activiteiten van verpleegkunde, zoals bedoeld in artikel 21ter, § 1, a, uitoefent met de bedoeling er zijn beroep van te maken, of gewoonlijk een of meer activiteiten, zoals bedoeld in artikel 21ter, § 1, b en c, uitoefent.
Die bepaling is niet van toepassing op de student die voormelde activiteiten verricht in het kader van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het opleidingsprogramma tot het behalen van een van de in artikel 21bis vermelde titels, noch op de student in de geneeskunde die deze activiteiten verricht in het kader van zijn opleiding".

In artikel 21ter, § 1, wordt de verpleegkunde nader omschreven als volgt:

"Onder verpleegkunde wordt verstaan het uitoefenen door de in artikel 21bis bedoelde personen van nagenoemde activiteiten:
a) enerzijds, de observatie en het nauwkeurig vastleggen van de symptomen en reacties van de patiënt, zowel op fysiek als op psychisch vlak, ten einde zijn verschillende noden tegemoet te komen en bij te dragen tot het stellen van de diagnose door de geneesheer of het uitvoeren van de geneeskundige behandeling met het oog op de zorgen die zijn toestand vereisen, en anderzijds, het onder zijn hoede nemen van een gezonde of een zieke persoon om hem, dank zij een voortdurende bijstand, de handelingen te helpen verrichten die bijdragen tot het behoud, de verbetering of het herstel van de gezondheid of hem bij het sterven te begeleiden; dit alles om een globale verpleegkundige verzorging te verzekeren;
b) de uitvoering van technische verpleegkundige prestaties die verband houden met het stellen van de diagnose door de geneesheer of met het uitvoeren van een behandeling voorgeschreven door de geneesheer of het nemen van maatregelen van preventieve geneeskunde;
c) de uitvoering van geneeskundige handelingen die door een geneesheer kunnen worden toevertrouwd overeenkomstig artikel 5, § 1, tweede en derde lid".
Bij koninklijk besluit van 11 maart 1985 werd de lijst vastgelegd van de technische verstrekkingen in de verpleegkunde en de handelingen die door een arts aan verpleegkundigen kunnen worden toevertrouwd; de uitvoeringsmodaliteiten alsmede de vereiste kwalificatievoorwaarden werden op 3 april 1987 door de Raad van State vernietigd.