keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Resultaten

Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid20/09/2014 Documentcode: a147002
Geneeskundige verstrekking van een arts voor zichzelf

Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld aangaande het probleem van de terugbetaling door een verzekeringsinstelling aan een aangeslotene van een geneeskundige verstrekking die deze laatste bij zichzelf heeft uitgevoerd als arts.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 20 september 2014 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren het probleem besproken betreffende de terugbetaling door een verzekeringsinstelling aan een aangeslotene van een geneeskundig(e) advies of raadpleging die deze laatste bij zichzelf heeft uitgevoerd als arts.

1° De nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen somt de verstrekkingen op die de artsen mogen attesteren en die door de verzekering voor geneeskundige verzorging worden terugbetaald onder de door haar vastgestelde voorwaarden.

Onder "advies" wordt verstaan "het opmaken en ondertekenen, buiten welk onderzoek van de zieke ook, van getuigschriften, farmaceutische voorschriftbriefjes en allerlei bescheiden" (artikel 2, A, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen).

Onder "raadpleging" wordt verstaan "het onderzoeken van de patiënt in de spreekkamer van de arts met het oog op een diagnose of behandeling van een aandoening" (artikel 2, B, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen).

2° De Nationale Raad heeft meermaals positief geantwoord op de vraag of een arts voorschriften voor zichzelf mag opstellen. Wat het arbeidsongeschiktheidsattest betreft, was het antwoord meer genuanceerd 1 .

De Nationale Raad meent dat een arts op basis van zijn medische kennis in bepaalde omstandigheden objectief gezien in staat is om deze verstrekkingen bij zichzelf uit te voeren.

De arts handelt hierbij niet in strijd met de geneeskundige plichtenleer indien hij zijn bekwaamheid niet te buiten gaat, geen enkele wetsbepaling overtreedt, geen misbruik maakt en geen valsheid pleegt.

3° Het feit dat een arts voor een advies aan zichzelf of een raadpleging een vergoeding krijgt is onaanvaardbaar.

De Nationale Raad meent dan ook dat het in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen bij het attesteren of voorschrijven voor zichzelf niet gerechtvaardigd is dat een attest voor advies of raadpleging wordt aangerekend aan de verzekering voor geneeskundige verzorging, ook al is het niet uitgesloten bij wet.

4° Met betrekking tot de vraag of het opportuun is of een arts zichzelf behandelt, wijst de Nationale Raad erop dat de fysieke en psychische gezondheid van de zorgverstrekkers belangrijk is, niet alleen voor de arts zelf maar ook voor zijn patiënten. In geval van een ernstig gezondheidsprobleem dient steeds de voorkeur te worden gegeven aan een objectieve behandeling door een derde arts. Het voor zichzelf voorschrijven van geneesmiddelen die tot verslaving kunnen leiden, dient ten stelligste te worden vermeden.

cc. dr. D. VAN DAMME, geneesheer-inspecteur, Riziv

1. Advies van de Nationale Raad van 22 maart 2014, "Afleveren van een ziekteattest door een arts voor zichzelf", Tijdschrift van de Nationale Raad nr. 145.

Controle (Medische-)22/03/2014 Documentcode: a145011
Afleveren van een ziekteattest door een arts voor zichzelf

Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld of het wettelijk en deontologisch toegelaten is voor een arts om voor zichzelf een ziekteattest op te stellen.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 22 maart 2014 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw e-mail van 27 februari 2014 onderzocht waarin u vraagt of het wettelijk en/of deontologisch toegelaten is voor een arts om voor zichzelf een ziekteattest op te stellen.

De Nationale Raad bevestigt dat er geen wettelijke bepalingen zijn die dit verbieden.

Op deontologisch gebied antwoordt de Nationale Raad u, op basis van de adviezen van 8 mei 2010, 8 oktober 2011 en 18 februari 2012 "Afleveren van arbeidsongeschiktheidsattest voor zichzelf" dat wegens mogelijk belangenconflict, het uitermate moeilijk en meestal zelfs niet mogelijk is dat een arts een attest van arbeidsongeschiktheid voor zichzelf voorschrijft. De wettelijk voorziene mogelijkheid tot controle, waarbij de controlearts contact kan opnemen met de behandelende arts van de patiënt, komt in het gedrang wanneer behandelende arts en patiënt dezelfde persoon betreffen.

De zinsnede "uitermate moeilijk en meestal zelfs niet mogelijk" impliceert evenwel dat in zeldzame gevallen een arts kan overwegen en beslissen voor zichzelf een attest van arbeidsongeschiktheid uit te schrijven.

De Nationale Raad is in bovenvermelde adviezen van oordeel dat, in zover iedere arts een attest mag opstellen voor een door hem behandelde patiënt, dit inhoudt dat hij een attest kan afleveren voor een gezinslid of naaste verwant. Dit sluit stricto sensu niet uit dat dit ook voor zichzelf mag.

In ieder geval dient de arts zijn beslissing te nemen naar eer en geweten. Hierbij moet een aantal aandachtspunten in overweging worden genomen zoals de aard van de aandoening en de specifieke competentie van de arts betreffende deze aandoening.

De Nationale Raad blijft in zijn adviezen van mening dat een zieke arts best een collega-arts raadpleegt die dan een attest van arbeidsongeschiktheid kan afleveren.

Bovendien stelt de Nationale Raad in zijn advies van 8 mei 2010 dat een werkgever aan een arts mag vragen dat deze laatste zijn arbeidsongeschiktheid laat attesteren door een andere arts.

Controle (Medische-)18/02/2012 Documentcode: a137014
Afleveren van arbeidsongeschiktheidsattest voor zichzelf

Aangaande het advies van de Nationale Raad van 8 oktober 2011 betreffende het uitschrijven door een arts van een attest van arbeidsongeschiktheid voor zichzelf, merkt een arts op dat dit in sommige gevallen toch mogelijk moet zijn en wenst dan ook van de Nationale Raad een meer gedetailleerd advies.

Advies van de Nationale R aad :

In zijn vergadering van 18 februari 2012 besprak de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw e-mails van 21 oktober 2011 en van 16 februari 2012 (als bijlage).

De Nationale Raad blijft van mening dat het, wegens mogelijk belangenconflict, uitermate moeilijk en meestal zelfs niet mogelijk is dat een arts een attest van arbeidsongeschiktheid voor zichzelf uitschrijft.

De zinsnede "uitermate moeilijk en meestal zelfs niet mogelijk" impliceert uiteraard dat in zeldzame gevallen een arts kan overwegen en beslissen voor zichzelf een attest van arbeidsongeschiktheid uit te schrijven.

De Nationale Raad is immers van oordeel dat, in zover iedere arts een attest mag opstellen voor een door hem behandelde patiënt, dit inhoudt dat hij een attest kan afleveren voor een gezinslid of naaste verwant en stricto sensu niet uitsluit dat dit ook mag voor zichzelf.

In ieder geval dient de arts zijn beslissing te nemen naar eer en geweten. Hierbij moeten een aantal aandachtspunten in overweging genomen worden zoals de aard van de aandoening en de specifieke competentie van de arts betreffende deze aandoening.

De Nationale Raad blijft echter van mening dat een zieke arts best een collega-arts raadpleegt die dan een attest van arbeidsongeschiktheid kan afleveren. Zoals reeds vermeld in het advies van 8 oktober 2011 komt de wettelijk voorziene mogelijkheid tot controle gevraagd door de werkgever immers in het gedrang wanneer de behandelende arts en patiënt dezelfde persoon betreffen.