keyboard_arrow_right
Deontologie

Commissies voor ethiek

De heer BUSQUIN, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, schrijft in zijn brief naar de Nationale Raad het volgende : "Daar ik alle ziekenhuizen en de verschillende personeelsleden die te pas komen bij de verzorging gevoelig wil maken voor de ethische problemen, deel ik U mijn voornemen mede. Ik zou namelijk het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen willen inwinnen in verband met de vraag of het al dan niet opportuun is om in de normen voor de erkenning van de ziekenhuizen de verplichting in te lassen een commissie op te richten die zich bezighoudt met deze moeilijke, hachelijke aangelegenheden".

Aangezien de Nationale Raad steeds voorstander geweest is van de oprichting van commissies voor ethiek in de ziekenhuizen, zou de Minister het op prijs stellen indien de Raad over dit initiatief zou willen nadenken en hem zijn eventuele opmerkingen en voorstellen zou willen mededelen.

De Raad neemt kennis van de brief van de minister en van een ontwerp-antwoord. Na een gedachtenwisseling wordt dit ontwerp goedgekeurd.

Antwoord aan de Minister :

Ik heb uw brief van 6 juli laatstleden goed ontvangen.

De Nationale Raad verheugt zich over het feit dat U zich inzet om alle ziekenhuizen en de verschillende personen die bij de verzorging te pas komen, gevoelig te maken voor de ethische problemen. Hij stelt het ook ten zeerste op prijs dat U hem raadpleegt over de vraag of het al dan niet opportuun is om in de normen voor de erkenning van de ziekenhuizen de verplichting in te lassen een commissie voor ethiek op te richten.

Ongeveer 10 jaar reeds heeft de Nationale Raad de oprichting van deze commissies voor ethiek voorgestaan en verplicht op tuchtrechtelijk vlak indien het biomedisch onderzoek gaat waarbij menselijke wezens betrokken zijn. Binnen onze Raad worden deze problemen onderzocht door een commissie die samengesteld is uit Prof. Drs. FARBER en VERDONK, Drs. DEBERDT en KAHN en die voorgezeten wordt door Prof. Dr. ANDRE.

De Nationale Raad volgt de werkzaamheden van de commissies voor ethiek op de voet. Ik zend U bijgaand een document waarin de resultaten opgenomen zijn van de enquête over de werkzaamheden die tot 31 december 1988 uitgevoerd werden door de commissies voor ethiek (bijlage I). Het onderzoek voor het jaar 1989 is nog aan de gang.

Bijlage II geeft U een overzicht van de samenstelling van deze commissies voor ethiek. Zoals U kan vaststellen ligt de bedrijvigheid van deze commissies voor ethiek aanzienlijk hoog. Ik kan U bovendien mededelen dat het onderzoek voor het jaar 1989 nu reeds wijst op een voortdurende toename van hun aantal. U kan er tevens uit afleiden dat zij een multidisciplinaire struktuur vertonen.

Gelet op het belang van deze commissies voor ethiek, een belang dat maar al te gerechtvaardigd is in de huidige omstandigheden teweeggebracht door de klinische, technische en juridische vooruitgang en door sociaal-ekonomische aspekten, lijkt het mij opportuun, zoals U voorstelt, in de normen voor de erkenning van de ziekenhuizen de verplichting op te nemen een commissie op te richten die zich bezighoudt met deze moeilijke en hachelijke aangelegenheden.

Meer dan ooit is de geneeskunde van vandaag aangewezen op een soort zelfregulering. De resultaten van onze enquête tonen aan dat deze zelfregulering zich op een normale wijze en in de beste omstandigheden voorgedaan heeft. Dit niet alleen om te beantwoorden aan de behoeften van een geneeskunde die eerbied opbrengt voor de mens maar ook om een reeks desiderata in te willigen van de patiënten die om een medisch overleg binnen een multidisciplinaire groep verzoeken.

Ik zend U ook bijgaand een lijst van de richtlijnen voor de oprichting en het optreden van de commissies voor ethiek (bijlage III).

Men kan zich vanzelfsprekend afvragen of alle verzorgingsinstellingen nood hebben aan een commissie voor ethiek.

Toch blijft het logisch te stellen dat iedere medische handeling voorafgegaan moet worden door een ethische beschouwing. Het ligt voor de hand dat verschillende instellingen, al dan niet verenigd, een gezamenlijke commissie voor ethiek kunnen aanduiden.

Tot nog toe werden er 93 commissies voor ethiek erkend. De werkzaamheden van deze commissies voor ethiek worden door de deelnemers op vrijwillige basis uitgevoerd terwijl de infrastruktuur ter beschikking gesteld wordt door het ziekenhuis. Deze commissies moeten regelmatig samenkomen om aldus de experimenten geen vertraging te laten oplopen en om vlug een ethisch advies uit te brengen over de verschillende bio-ethische problemen die zich kunnen voordoen in de ziekenhuizen.

De Nationale Raad is steeds bereid U meer inlichtingen te verstrekken of U voorstellen te doen, teneinde tot een deontologische oplossing te komen.