Commissies voor medische ethiek
Na afloop van de onderhandelingen met de BBI (Bijzondere Belastinginspectie) heeft de Nationale Raad op 6 oktober 1993 een brief gezonden naar de voorzitters van de commissies voor medische ethiek.
In deze brief werd gewezen op de "afwezigheid van ieder financieel gegeven in de protocollen die voorgelegd worden aan de commissies voor medische ethiek, alsmede in het antwoord van deze laatsten".
Een geneesheer-onderzoeker die door de instelling waarvan de door hem om advies verzochte commissie voor ethiek afhangt, verzocht wordt de kosten van het onderzoeksprotocol betreffende een geneesmiddel terug te betalen, vraagt aan de Nationale Raad of dit de normale gang van zaken is.
Advies van de Nationale Raad:
De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 18 juni 1994 kennis genomen van uw brief van 16 april 1994 en de bijlagen ervan, betref-fende de kosten die door een commissie voor ethiek gemaakt worden in het raam van een protocol voor biomedisch onderzoek op mensen.
Ofschoon de leden van de commissie voor ethiek inderdaad op vrijwillige basis werken, brengt de bestudering van dergelijke dossiers onvermijdelijk kosten met zich, met name secretariaatskosten. De instelling waarvan de commissie voor medische ethiek afhangt, mag van de aanvrager de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van deze kosten eisen.