keyboard_arrow_right
Deontologie

Ethische gedragsregels bij transfusie

Met toestemming van Professor ANDRE, lid van de Nationale Raad van de Orde, publiceren wij het editoriaal van de « Bulletin de la Société Internationale de la Transfusion Sanguine» (nr. 9 - december 1980) waarin hij de «Ethische gedragsregels bij transfusie» aan het publiek voorstelde.

Elke moreel hoogstaande beschaving stoelt op de eerbied voor de menselijke persoon, haar rechten en haar integriteit. De mens mag niet het voorwerp uitmaken van enige commerciële transactie en moet kunnen genieten van een maximale veiligheid. Door de snelle evolutie in het vlak van de transfusie, deed zich de noodzaak gevoelen van morele, medische, technische en juridische criteria zowel voor donor als acceptor.

In de ontwikkeling van de transfusie kunnen twee periodes onderscheiden worden: een eerste waarin het bloed uitsluitend globaal werd aangewend onder de vorm van volledig bloed of volledig plasma. In de tweede periode daarentegen konden dank zij de technische vooruitgang de voor de therapie vereiste, al dan niet stabiele, elementen uit het bloed worden geïsoleerd.

Reeds van bij de eerste periode gaf men er zich rekenschap van dat het een morele vereiste was elke vorm van commercialisering te voorkomen door met name de nadruk te leggen op het vrijwillig en gratis bloedgeven en de gezondheid van de donor te beschermen. Het gebruik van kwaliteitsbloed dat in adequate klinische en technische omstandigheden wordt afgenomen en toegediend (een transfusie is niet zonder gevaar) komt trouwens de veiligheid van de acceptor ten goede.

Zodoende kwamen de eerste wetgevingen of reglementeringen inzake transfusie tot stand houdende zowel klinische als technische richtlijnen tot regeling van de transfusie. De bloedafname bij donors was eenvoudig en kortstondig en dank zij een medisch toezicht, waren de risico's tot een minimum herleid.

In de tweede periode, dus meer bepaald in de laatste tien jaar, heeft het toenemend gebruik van bloedprodukten er de artsen, juristen en sociologen toe aangezet het probleem opnieuw te onderzoeken. Er wordt steeds meer gevraagd van de donor en plasmapherese en cytapherese zijn niet helemaal zonder gevaar. De selectiecriteria en het toezicht tijdens de bloedafname dienden bijgevolg te worden versterkt terwijl ook de controle op de distributie en het optimaal gebruik van bloed en bloedderivaten toenam. Daarom werden nieuwe wetten en reglementen gemaakt die evenwel, en ook in zekere mate omdat zij miskend werden, maar zelden strikt worden nageleefd.

Vandaar de idee om internationale ethische gedragsregels bij transfusie op te stellen. Kort na de tweede wereldoorlog werd voor het eerst de aandacht gevestigd op de ethische en wettelijke aspecten van de transfusie door de Franse Geneesheer‑Generaal Julliard. Het was de Liga van de Rodekruisverenigingen die, dank zij het doorzicht en de volharding van Dr Hantchef, het bewustmakingsproces inzette. De Raad van Europa, meer bepaald het Comité d'Experts sur la Transfusion Sanguine et l'lmmunohématologie, hield een enquete over de bestaande wetten en reglementen inzake transfusie in de lidstaten. Tijdens een bijeenkomst in Reykjavic in 1975, werd een handleiding voor transfusie opgesteld met 14 artikelen houdende zowel ethische als klinische richtlijnen. Deze handleiding stond model voor de wetten die naderhand in bepaalde landen werden uitgevaardigd. Bedoeld comité heeft overigens beslist zijn werkzaamheden verder te zetten.

Reeds in 1974 werd binnen het Uitvoerend comité van de SITS een Ethische commissie opgericht onder het voorzitterschap van Pr. Soulier. Deze Commissie kreeg tot opdracht het uitwerken van gedragsregels bij transfusie. De Gedragsregels die hier worden voorgesteld zijn het resultaat van een lange studie en van een consensus tussen de artsen van verschillende landen. De regels werden door Pr. Soulier en mezelf opgesteld en vervolgens door de leden van het Uitvoerend comité van de SITS besproken en gewijzigd. In augustus 1980 werd het geheel te Montreal op de Algemene vergadering, voorgezeten door de huidige voorzitter Dr Moore, met algemeenheid van stemmen goedgekeurd.

De WHO en de Liga van de Rodekruisverenigingen die actief bij de evolutie van de werkzaamheden betrokken waren, zijn zich ten zeerste bewust van het belang van deze gedragsregels. Zowel bloedgevers, geneesheren die transfusies verrichten en gebruik maken van bloedderivaten als de verantwoordelijken bij volksgezondheid zullen er principes in aantreffen die de veiligheid van de transfusie en de eerbied voor de menselijke persoon waarborgen.