keyboard_arrow_right
Deontologie

Klinische experimentatie

Op welke manier mag een practicus zich laten honoreren voor verstrekkingen (raadplegingen of technische verstrekkingen) verleend in het kader van een klinische experimentatie ?

Welke criteria gelden voor een rechtmatige vergoeding van werkzaamheden in deze context ? Gelden hier dezelfde regels als voor de diagnostische en therapeutische activiteiten van de arts ?

Uit de debatten terzake is duidelijk gebleken hoe delicaat de kwestie van de vergoedingen wel is bij klinische experimenten of therapeutische proeven. Er blijkt vooralsnog in België, noch in het buitenland, een ideale oplossing voor dit probleem te zijn gevonden.

Het gevaar is niet denkbeeldig dat bij een commerciële financiering tot overbodige experimenten wordt overgegaan en de waarde van de door de betrokkenen gefinancierde werkzaamheden in vraag wordt gesteld. Verder is de mogelijkheid niet uitgesloten dat medische verstrekkingen verleend in het kader van een experiment ten onrechte in rekening worden gebracht van de ziekteverzekering.

De Nationale raad heeft de Commissie voor Medische Ethiek met de studie van dit probleem belast en heeft in afwachting van een rapport ter zake, het volgende geantwoord : (21 januari 1980)

Een geneesheer mag geen honorarium ontvangen voor prestaties verricht in het kader van een klinisch experiment.

De Raad kan U bovendien mededelen dat de toepassingsvoorwaarden van artikel 93 (*) van de Code in studie zijn.