keyboard_arrow_right
Deontologie

Retrospectieve studies - Wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon

Naar aanleiding van het op 20 november 2008 door de plenaire vergadering van de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen wetsontwerp (I) nr. 149/001 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (zie ook het advies van de Nationale Raad d.d. 25 oktober 2008), uitte de Nationale Raad in volgende brief aan alle senatoren opnieuw zijn bezorgdheid over de in dit wetsontwerp voorgestelde wijzigingen aan de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon.

Advies van de Nationale Raad :

Op 16 oktober ll. werd door de regering bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsontwerp (I) nr. 149/001 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid ingediend.

U vindt hierbij kopie van een brief die de Nationale Raad van de Orde der geneesheren daaromtrent op 4 november 2008, met gevoegde brief van 16 oktober 2008, aan mevrouw Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, heeft gericht. Aan de voorzitters van de politieke fracties in de Kamer en in de Senaat werd kopie van dit schrijven toegezonden.

Het betreffende wetsontwerp werd inmiddels op 17 november ll. door de bevoegde Kamercommissie(s) en op 20 november ll. door de plenaire vergadering van de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen. De licht gewijzigde tekst van het artikel, voorheen 88, thans 84, houdt omzeggens geen rekening met de naar de mening van de Nationale Raad fundamentele, in de voormelde brief gemaakte opmerkingen en gedane voorstellen.

Daar de betreffende wet een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 78 (optioneel bicamerale procedure) van de Grondwet, werd het door de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen wetsontwerp op 21 november 2008 (vervaldatum evocatietermijn: 8 december 2008) voor eventueel onderzoek overgezonden aan de Senaat.

Gezien de belangrijkheid van de aangelegenheid acht de Nationale Raad het tot zijn plicht, (voor zoveel als nodig) andermaal, uw bijzondere aandacht te vragen voor zijn in de voormelde brief aangehaalde argumenten en standpunten betreffende de retrospectieve studies en de studies uitgevoerd op initiatief van een federale openbare dienst, van een instelling van openbaar nut of van een orgaan dat hierbij werd gecreëerd door een wet of koninklijk besluit.

Hij drukt de hoop uit dat de Senaat, met toepassing van de hem door het vermelde artikel 78 van de Grondwet verleende machten, de door de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen tekst zal onderzoeken en deze, met inachtneming van de door de Nationale Raad van de Orde der geneesheren aangebrachte gegevens en standpunten, zal amenderen.