keyboard_arrow_right
Deontologie

Nieuw geneesmiddel - Informatie aan de huisartsen door de universitaire centra

Nieuw geneesmiddel – Informatie aan de huisartsen door de universitaire centra

Een provinciale raad legt een vraag voor van een farmaceutische firma die van plan is alle Belgische universitaire diensten urologie als vraagbaak voor huisartsen in te schakelen naar aanleiding van het op de markt brengen van een bepaald product.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 22 januari 2000 besprak de Nationale Raad uw brief van 17 november 1999 waarin de vraag van een farmaceutisch bedrijf wordt voorgelegd dat van plan is alle Belgische universitaire diensten van een bepaalde discipline als vraagbaak voor huisartsen in te schakelen betreffende een welbepaalde aandoening en zijn behandeling. Aanleiding tot dit initiatief is het op de markt brengen van een product dat actief is tegen die aandoening.

Het is overduidelijk dat de farmaceutische industrie een informatieplicht heeft betreffende de geneesmiddelen die zij op de markt brengt. De deontologische code van de Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie zegt dat de registratiehouder een permanente band dient tot stand te brengen met een wetenschappelijke dienst die wordt belast met de voorlichting betreffende de geneesmiddelen die de registratiehouder in de handel brengt (artikel 5, tweede alinea).

De universitaire centra hebben ongetwijfeld een taak in het postgraduaat onderwijs en in de permanente bijscholing van artsen zonder dat zij in dit vlak over een wetenschappelijk monopolie beschikken.

Het is niet aangewezen dat universitaire centra of andere medische diensten door een farmaceutisch bedrijf systematisch ingeschakeld worden als beantwoorder van vragen van huisartsen naar aanleiding van het op de markt brengen van een nieuw product. Dit wekt immers het vermoeden van partijdigheid, wat niet strookt met een objectieve benadering van een probleem.