keyboard_arrow_right
Deontologie

Video-installatie door een farmaceutische firma in de wachtkamer van artsen - Publiciteit

Een mevrouw die werkzaam is in de sector van de publiciteit en de promotie vraagt of in een artsenwachtkamer een video-installatie mag geplaatst worden voor het vertonen van een programma van informatieve medische aard wanneer dit gepromoot wordt door één enkele firma en alleen de naam van de firma verschijnt in de montage.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vorige adviezen was de Nationale Raad van oordeel dat het installeren van een video-installatie in de wachtkamer van de huisarts niet verboden moet worden (advies 15 november 1986, Tijdschrift Nationale Raad nr. 35, maart 1987, p. 17). Hij voegde er evenwel aan toe dat deze installatie alleen toegelaten is op voorwaarde dat geen enkele reclameboodschap wordt getoond (advies 15 oktober 1994, Tijdschrift Nationale Raad nr. 67, maart 1995, p. 22).

De wet van 2 augustus 2002 definieert reclame bij de uitoefening van een vrij beroep echter als iedere vorm van mededeling bij de uitoefening van een vrij beroep die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de afzet van goederen of diensten te bevorderen… (hoofdstuk I, art.2, 4°). Met betrekking tot geneesmiddelen kan alleen de vermelding van de naam van de farmaceutische groep op zich reeds beschouwd worden als een zekere vorm van reclame. Dit geldt a fortiori wanneer de verspreide boodschap de indicaties en voordelen van een bepaalde behandeling onderstreept. Ook al wordt de informatie voorgesteld in het algemeen belang is het onvermijdelijk dat ze bijdraagt tot de promotie van producten voor gezondheidszorg.

Bovendien is misleidende reclame verboden bij wet. Indien de arts zich aan deze bepaling wil houden, moet hij de inhoud van de weer te geven cassette analyseren.
Om de inhoud, de relevantie en de wetenschappelijke waarde ervan te waarborgen en om zich ervan te vergewissen dat de boodschap geen enkele leugenachtige berichtgeving bevat, dient hij hierbij des te zorgvuldiger te werk te gaan daar de uitgezonden boodschap nu eenmaal aanlokkelijk, overtuigend, didactisch en niet-contradictoir is.

Om deze redenen kan de Nationale Raad niet aanvaarden dat informatieve boodschappen van algemeen belang die door handelsfirma’s opgesteld zijn, uitgezonden worden.

Daarbij komt nog dat wanneer een patiënt in een wachtkamer een tijdschrift uitkiest, hij dit doet zonder zijn keuze op te leggen aan de andere patiënten. De ononderbroken uitzending van visuele en gesproken boodschappen die overtuigend willen overkomen, kunnen de patiënt storen; hij kan niet verplicht worden er naar te kijken of te luisteren.

Buiten deze bezwaren kunnen nog andere aspecten opgeworpen worden zoals verplichtingen inzake auteursrechten en billijke retributies, maar die vallen buiten de bevoegdheid van de Nationale Raad.

report_problem
Dit advies vervangt de adviezen TNR 35 p. 17, a035015 en TNR 67 p. 22, a067004.
info_outline
Publicatiedatum

19/06/2004

Documentcode

a105002