keyboard_arrow_right
Deontologie

Aanschaf van in België geschorste geneesmiddelen

Een provinciale raad stuurt de Nationale Raad een brief van een advocaat met betrekking tot het Ministerieel besluit van 26 november 1999 tot schorsing van de aflevering van bepaalde anorexigene geneesmiddelen. Daarin wordt bepaald dat de aflevering van geneesmiddelen die tenminste één van de in het besluit opgesomde bestanddelen bevatten, geschorst wordt voor een periode van twee jaar. De advocaat stelt de vraag of er wettelijke of deontologische bezwaren bestaan tegen het feit dat een arts zich zou gaan bevoorraden in een land waar het (anorexigene) geneesmiddel in kwestie nog steeds in vrije handel is.

Antwoord van de Nationale Raad :

Deze aanschaf (van in België geschorste geneesmiddelen in landen waar deze geneesmiddelen nog in de vrije handel zijn) is in strijd zowel met de wet als met de Code van geneeskundige plichtenleer. Het Koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 stelt in zijn artikel 4 dat het voorbereiden, het te koop stellen, de detailverkoop en het afleveren - zelfs kosteloos - van geneesmiddelen uitsluitend tot de bevoegdheidssfeer behoren van de artsenijbereidkunde.
In hetzelfde artikel worden tevens de uitzonderlijke omstandigheden bepaald waarin de arts gemachtigd is geneesmiddelen af te leveren.

De Nationale Raad is van mening dat dit artikel zich verzet tegen de aanschaf van geneesmiddelen door een arts.

Import van dergelijke producten door een apotheker in geval van schrapping of schorsing is overigens strijdig met artikel 48 quater van het Koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen. Dit artikel stelt dat de procedure voor de invoering van in België niet-geregistreerde geneesmiddelen niet van toepassing is op geneesmiddelen waarvan de registratie werd geschrapt of geschorst. Artikel 23 van het Koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen beklemtoont evenwel dat de schorsing van de aflevering op basis van artikel 8 van de Wet op de geneesmiddelen van rechtswege de schorsing van de registratie van dat geneesmiddel tot gevolg heeft, alsook van de preparaten en specialiteiten die dat geneesmiddel bevatten.