Problematiek van het verstrekken van geneesmiddelen door een arts
De nationale raad van de Orde der artsen wordt ondervraagd over de handelwijze van een arts die tijdens een raadpleging aan zijn patiënt een farmaceutisch product toedient dat de arts zelf aangeschaft heeft.
Advies van de nationale raad :
De nationale raad van de Orde der artsen wordt ondervraagd over de handelwijze van een arts die tijdens een raadpleging aan zijn patiënt een farmaceutisch product toedient dat de arts zelf aangeschaft heeft.
1° De verkoop door de arts van het toegediende geneesmiddel is verboden, behoudens wettelijke uitzondering (artikels 6 en 22 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen).
2° De latere teruggave van hetzelfde farmaceutische product door de patiënt, die het ondertussen verkreeg in een apotheek op basis van een geneeskundig voorschrift van de arts, blijkt veel voor te komen.
Op die manier rijst het probleem van de traceerbaarheid van het toegediende geneesmiddel. In het belang van de veiligheid van de patiënt raadt de nationale raad dit ten stelligste af, in het bijzonder voor geneesmiddelen met parenterale of intra-articulaire toediening.
3° Buiten bepaalde uitzonderingen uitdrukkelijk bepaald door de wet (in dringende gevallen, monsters, geneesmiddelen in schrijnende gevallen ... 1), kan de kosteloze terhandstelling van geneesmiddelen door een arts beschouwd worden als onwettige uitoefening van de artsenijbereidkunde.
4° Bij het bezit door de arts van een reservevoorraad geneesmiddelen rijst de vraag naar het aanleggen van deze voorraad.
Terwijl het overhandigen aan de arts van geneesmiddelen voor menselijk gebruik in de vorm van monsters(2) en het afleveren aan de arts van geneesmiddelen voor zijn urgentietrousse(3) wettelijk toegelaten is, bepaalt de wet dat elk geneesmiddel voor menselijk gebruik, medisch hulpmiddel alsook elke grondstof, persoonlijk moet worden afgeleverd aan de patiënt(4) .
Wat betreft de voorschriftplichtige geneesmiddelen, moet het voorschrift altijd de identiteit van de patiënt vermelden(5) .
Een arts mag zich niet aanbieden in een apotheek als patiënt of aan zichzelf geneesmiddelen voorschrijven om een reserve aan te leggen die hij zal gebruiken in zijn medische praktijk.
1.Artikel 6, §2, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
2.Koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder geneesmiddelen voor menselijk gebruik in de vorm van monsters overhandigd mogen worden
3.Artikel 20, van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers
4.Artikel 21, van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers
5.Artikel 2, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 houdende vaststelling van de modaliteiten inzake het voorschrift voor menselijk gebruik