keyboard_arrow_right
Deontologie

Substitutie van farmaceutische specialiteiten

De Commissie die belast werd met de bestudering van artikel 34 van de wet van 6 augustus 1993, dat de apotheker het recht toekent om een door een arts voorgeschreven specialiteit te vervangen door een andere, deelt haar opmerkingen mede aan de Raad.

De Raad beslist een informatiebrief te sturen naar de Provinciale Raden van de Orde, naar de apothekers, naar de artsen en naar de autoriteiten die een uitvoeringsbesluit moeten nemen.

Advies van de Nationale Raad:

Artikel 34 van de Wet van 6 augustus 1993 houdende sociale en diverse bepalingen, houdt in: "De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de modaliteiten evenals de uitvoeringsmaatregelen volgens welke de apotheker een voorgeschreven farmaceutische specialiteit mag substitueren door een andere, op voorwaarde dat de actieve bestanddelen ervan dezelfde zijn en de voorschrijver zich niet uitdrukkelijk tegen dergelijke substitutie heeft verzet en de prijs voor de patiënt goedkoper is".

De substitutie door de apotheker legt aan deze laatste drie wettelijke verplichtingen op:

  1. de prijs moet goedkoper zijn voor de patiënt;
  2. de arts mag zich niet uitdrukkelijk hebben verzet;
  3. de actieve bestanddelen moeten dezelfde zijn.

Artikel 36 van de Code van geneeskundige Plichtenleer bepaalt: "De geneesheer beschikt over de diagnostische en therapeutische vrijheid.

a) Hij zal niettemin vermijden onnodig dure onderzoekingen en behandelingen voor te schrijven of overbodige verstrekkingen te verrichten. (...)".

Om de substitutie met eerbiediging van de wet en van de codes van plichtenleer uit te voeren, zou de apotheker, zoals het de traditie is, zich onmiddellijk in verbinding moeten stellen met de voorschrijvende arts en hem zijn substitutievoorstel doen; stemt de arts ermee in, dan moet hij de apotheker zo vlug mogelijk een nieuw voorschrift bezorgen en het oude vernietigen.

De substitutie mag in geen geval vertraging of nadeel berokkenen aan de verzorging van de patiënt.

Indien de substitutie van een farmaceutische specialiteit in dit kader anders zou worden uitgevoerd, kan de arts daarvoor geen verantwoordelijkheid dragen.