Uitgifte van kapitalisatieaandelen ten behoeve van artsen
Een provinciale raad doet de Nationale Raad een adviesaanvraag geworden van een arts over een rondschrijven van een Amerikaanse firma voor research en management van investeringen. In de rondzendbrief wordt de mening van de arts gevraagd over een investeringsproject dat erin bestaat dat een buitenlandse investeringsmaatschappij, die exclusief investeert in de farmaceutische industrie, kapitalisatieaandelen uitgeeft die verdeeld worden onder (huis)artsen. Deelname aan het project is onderworpen aan strenge voorwaarden, waaronder een beperking van het aantal aandelen per deelnemer en een beperking van het aantal inschrijvers in België.
Advies van de Nationale Raad:
De Nationale Raad is van oordeel dat het wettelijk noch deontologisch toegelaten is dat artsen ingaan op het geschetste voorstel.
De voorgestelde handelwijze is in strijd met de bepaling van artikel 18, §2, van het K.B. nr. 78 op de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies die "elke overeenkomst van welke aard ook" tussen artsen en producenten van farmaceutische producten verbiedt wanneer zij betrekking heeft op hun beroep en ertoe strekt aan de een of de ander rechtstreeks of onrechtstreeks winst of voordeel te verschaffen.
Deontologisch moet het voorstel aangezien worden als aanleiding gevend tot collusie hetgeen strijdig is met de geest van Titel V, Hoofdstuk III van de Code van geneeskundige Plichtenleer.
Een kopie van het betreffende rondschrijven en van het antwoord aan de provinciale raad wordt overgemaakt aan de andere provinciale raden en aan de raden van beroep.