Voorschrijven van benzodiazepines of morfinederivaten tijdens de huisartsenwacht
Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld in verband met het voorschrijven van benzodiazepines of morfinederivaten tijdens de huisartsenwacht.
Advies van de Nationale Raad :
In zijn vergadering van 1 februari 2014 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren de vraag onderzocht die u gesteld werd door een huisartsen wachtpost aangaande het voorschrijven van benzodiazepines of morfinederivaten tijdens de wachtdienst.
U wordt met name ondervraagd over de mogelijkheid aan te kondigen dat dit soort voorschrift door de huisartsenwachtpost geweigerd wordt.
"Het doel van een huisartsen wachtpost algemene geneeskunde bestaat erin de continuïteit van de zorg te verzekeren in afwezigheid van de vaste huisarts, in het kader van de organisatie van de bevolkingswachtdienst 1".
In deze context moet de arts, bij een gerichte tussenkomst die verder zal opgevolgd worden door de behandelende arts, een antwoord bieden wat betreft een bepaald probleem bij een patiënt die hij doorgaans niet kent.
Een vertrouwensrelatie tot stand brengen tussen de arts en de patiënt, noodzakelijk voor het uitoefenen van een goede geneeskunde, kan in deze omstandigheden ingewikkeld zijn, in het bijzonder wanneer de arts zich vragen stelt over het eventuele bestaan van een verslaving.
In het algemeen en speciaal ten opzichte van alle substanties die een afhankelijkheid kunnen creëren, heeft de arts de morele en sociale plicht bij het voorschrijven een preventieve en waakzame houding aan te nemen door de patiënten gezondheidsinformatie en -vorming te bieden.
De arts moet zich terdege bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid bij het voorschrijven van geneesmiddelen die een voor de gezondheid en het welzijn van de patiënt ondermijnende afhankelijkheid kunnen teweegbrengen 2.
De arts moet eveneens vermijden behandelingen of geneesmiddelen voor te schrijven op eenvoudig verzoek van de patiënt, zonder dat diens toestand dit medisch rechtvaardigt. Hij waakt erover geneesmiddelen voor te schrijven in gepaste vorm en hoeveelheid teneinde overconsumptie en overdosering tegen te gaan. De arts zet zich in om elke vorm van afhankelijkheid te voorkomen. Hij wijst de patiënt onder meer op het verkeerd gebruik en het misbruik van substanties die tot afhankelijkheid kunnen leiden evenals op de risico's bij langdurig gebruik ervan 3.
Ook al moet het voorschrijven van benzodiazepines of morfinederivaten uiterst voorzichtig gebeuren, toch kan een arts daarom niet van bij het begin en systematisch dergelijk voorschrift uitsluiten zonder de patiënt eerst onderzocht te hebben.
Er zijn omstandigheden waarin zo'n voorschrift gerechtvaardigd kan zijn, zelfs tijdens de wachtdienst.
In die gevallen dient de arts met wachtdienst aandacht te hebben voor de beperkingen van zijn verzorging tijdens de wachtdienst, voor de mogelijkheid de kleinste verpakking van de kleinste dosering van het geneesmiddel voor te schrijven en voor de noodzaak de behandelende arts te informeren over zijn tussenkomst.
Bovendien mag de arts met wachtdienst zich niet, a priori en automatisch, onttrekken aan een dialoog met de verslaafde patiënt betreffende de vraag naar een voorschrift. Zelfs gedurende de wachtdienst heeft hij de plicht de patiënt in te lichten en te sensibiliseren en hem aan te moedigen met zijn behandelende arts een therapeutisch project op lange termijn uit te werken of, indien hij geen behandelende arts heeft, hem een confrater of aangepaste zorgstructuren aan te wijzen.
Bijgevolg is de vooraf aangekondigde en systematische weigering om benzodiazepines of morfinederivaten voor te schrijven binnen een medische wachtpost deontologisch niet verantwoord.
1 Advies van 28/05/2011 van de NR, TNR nr. 134
2 Advies van 16/01/1988 van de NR, TNR nr. 40, p. 13
3 Artikel 36 en 37 van de Code van geneeskundige plichtenleer