Enquête door het ministerie van Volksgezondheid - Persoonlijke levenssfeer
Een provinciale raad bezorgt de Nationale Raad documenten in verband met een door het ministerie van Volksgezondheid georganiseerd onderzoek inzake transport per ambulance. Daar in deze enquête gegevens voorkomen die de persoonlijke levenssfeer van de patiënt kunnen schenden, verzoekt de provinciale raad de Nationale Raad om advies.
Brief van de Nationale Raad aan de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling :
Betreft : door het Ministerie van Volksgezondheid georganiseerd onderzoek inzake transport per ambulance (evaluatie van de hulpcentra 100 - enquête te Gent, Antwerpen en Hasselt).
In het kader van hogervermelde studie werd de Nationale Raad in kennis gesteld van de daarbij te gebruiken enquêteformulieren die dienen in-gevuld te worden door de verantwoordelijke van de betrokken spoedgevallendiensten.
Ofschoon de Nationale Raad zich wel degelijk bewust is van het wetenschappelijk belang van precieze informatie over de prehospitaalfase van verkeersslachtoffers komt het hem niettemin voor, bij de studie van de enquêteformulieren, dat bij totaliseren van de te vermelden persoonsgegevens, een identificatie van de slachtoffers niet kan worden uitgesloten.
De Nationale Raad drukt dan ook zijn bezorgdheid uit over mogelijke schending van het medisch beroepsgeheim en van de privacy van de patiënten, en wil er bij U op aandringen opdat bedoelde enquêteformieren in gunstige zin zouden worden aangepast.
Antwoord aan de provinciale raad :
Betreft : onderzoek door het bevoegde Ministerie inzake het transport per ambulance.
Uw brieven van 19.04.95, 23.08.95, 13.12.95, 31.05.96 en 14.01.97.
Het onderzoek van deze reeds in 1995 door U aangebrachte zaak kende vele moeilijkheden en heeft zelfs tot op heden door de quasi-onmogelijkheid daar waar nodig duidelijke inlichtingen te verkrijgen nog geen klaar inzicht opgeleverd.
U vindt hierbij kopie van de brief die het Bureau van de Nationale Raad op 9 juli 1997 namens de Nationale Raad, die deze aangelegenheid in zijn vergadering van 5 juli 1997 andermaal besprak, aan de heer Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, heeft gezonden.