keyboard_arrow_right
Deontologie

Manuele geneeskunde en kinesitherapie

De Nationale Raad wordt door verschillende beroepsverenigingen voor "manuele geneeskunde" om advies verzocht in verband met enkele handelingen van de "manuele geneeskunde" die uitgevoerd worden door kinesitherapeuten.
De Commissie "Alternatieve geneeswijzen" van de Nationale Raad, die gelast was dit probleem te bestuderen, heeft op 20 april 1991 de resultaten van haar werkzaamheden toegelicht.
De Raad heeft tevens kennis genomen van het advies van de Academiën voor Geneeskunde in verband met de uitoefening van de kinesitherapie.

Na een gedachtenwisseling werd de Commissie gelast een ontwerp‑advies op te stellen. Het aan de Nationale Raad voorgelegde ontwerp‑advies wordt goedgekeurd.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 11 mei 1991 kennis genomen van uw brief van 28 december 1990 met betrekking tot een tekst over de Manuele Geneeskunde, die verschenen is in het Tijdschrift nr. 49.

Wat de bevoegdheden van de kinesitherapeuten betreft bevestigt de Nationale Raad zijn advies van 19 mei 1990 (Zie Tijdschrift van de Nationale Raad nr. 49, blz. 25) waarin, bij ontstentenis van uitvoeringsbesluiten met betrekking tot artikel 5 §1 en artikel 22 1° van het K.B. nr. 78, verwezen wordt naar het standpunt van de Academiën voor Geneeskunde.

Dit standpunt van de Academiën werd geformuleerd in hun advies van oktober 1989, waarvan U de tekst als bijlage vindt (Zie Tijdschrift nr. 49, blz. 26).

In hun advies vermelden de Academiën een lijst van de kinesitherapeutische handelingen, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds technische hulpprestaties (betrekking hebbend op artikel 22 1° van het K.B. nr. 78) en anderzijds de toevertrouwde handelingen van medische aard (betrekking hebbend op artikel 5 §1 van datzelfde K.B.).

Bijgevolg is de Nationale Raad van oordeel dat het door een geneesheer toevertrouwen van de uitvoering van vertebrale manipulaties aan een kinesitherapeut, uitgesloten is.