keyboard_arrow_right
Deontologie

Elektrische epilatie

Een advocaat wordt geraadpleegd door een dame die zich beklaagt over lelijke littekens op haar benen, welke zij overgehouden heeft aan een elektrische epilatie uitgevoerd in een schoonheidscentrum door een niet-arts.
De advocaat vraagt aan de Nationale Raad of de elektrische epilatie een medische daad is.
De Nationale Raad heeft de Academiën voor Geneeskunde om advies verzocht en bezorgt hun verslag aan de advocaat.

Antwoord van de Nationale Raad:

Bijgaand zenden wij u te uwer informatie een kopie van het advies dat door de Koninklijke Academiën voor Geneeskunde uitgebracht werd op 27 juni 1992.

Verslag van de Academiën voor Geneeskunde van 27 juni 1992:

De Koninklijke Academiën voor Geneeskunde van België hebben opnieuw een bespreking gewijd aan de elektrische epilatie en meer bepaald de elektrocoagulatie met behulp van een fijne naald. Zij bevestigen het advies dat zij dienaangaande uitbrachten op 28 februari 1976, en herhalen dat deze handeling, die de integriteit van de weefsels raakt en gevolgen met zich kan meebrengen, een medische daad is waarvoor een geneesheer moet verantwoordelijk zijn.

Uitgevoerd door een niet geneesheer of onder de verantwoordelijkheid van een niet-geneesheer, is deze handeling een onwettige uitoefening van de geneeskunde.

Verslag van de Academiën voor Geneeskunde van 28 februari 1976:

De ontharing door middel van elektrolyse of elektrocoagulatie raakt de integriteit van de weefsels en kan gebeurlijk gevolgen met zich meebrengen, zodat ze als een reële medische daad moet beschouwd worden, als dusdanig voorgeschreven.

De commissie geeft er zich rekenschap van dat in de praktijk de epilatie zou kunnen toevertrouwd worden aan een daartoe als bevoegd erkende beoefenaar van een paramedisch beroep, die evenwel in de huidige stand van zaken nog dient bepaald te worden.