keyboard_arrow_right
Deontologie

Thuisverzorging

De Nationale Raad wordt door een provinciale raad om advies verzocht m.b.t. het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve betreffende thuisverzorging. Het is de bedoeling om aan zieke personen een alternatief te bieden voor de ziekenhuisopname. De acties die op initiatief van de huisartsenverenigingen worden gevoerd moeten, met inachtneming van de vrije artsenkeuze door de patiënt, de thuisverzorging van zieke personen aanmoedigen.

Aangezien bedoelde huisartsenverenigingen daartoe niet over de nodige administratieve en technische infrastructuur beschikken, wordt in het besluit voorgesteld de Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de Gezondheid behoort, toe te laten binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, overeenkomsten houdende de toekenning van subsidies af te sluiten met verenigingen zonder winstoogmerk die op initiatief van huisartsen zijn opgericht en tot doel hebben de medewerking en de beschikbaarheid van de voor de thuisverzorging van zieke personen onontbeerlijke medewerkers, te waarborgen.

De voorgestelde "modelovereenkomst" wordt door de Raad in studie genomen. Drie punten trekken meer bepaald de aandacht: de continuïteit van de verzorging, de inzameling van statistische gegevens en het toezicht op de verenigingen.

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad is van mening dat alleen mbt de modelovereenkomst deontologische problemen rijzen:

1. Krachtens artikel 2, 7°, van de modelovereenkomst moet een telefoonwacht worden georganiseerd gedurende de gewone openingsuren.
De Nationale Raad is van oordeel dat de belangstellenden ook buiten de gewone openingsuren de voor de continuïteit van de verzorging vereiste informatie moeten kunnen krijgen.

2. In verband met artikel 2, 8°, wordt door de Nationale Raad onderstreept dat de inzameling van statistische gegevens op anonieme wijze moet gebeuren.

3. In artikel 3 wordt bepaald dat de vereniging aanvaardt zich te onderwerpen aan de controles van de ambtenaar die daartoe door de Minister wordt afgevaardigd.
De vereniging zou er moeten op aandringen dat voor bedoelde controles een geneesheer‑ambtenaar wordt aangesteld.