keyboard_arrow_right
Deontologie

Wielerarts - Invoeren van een vergunning door de K.B.W.B.

Een provinciale raad vraagt de Nationale Raad om advies over de invoering, door de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond, van een vergunning van wielerarts.

Advies van de Nationale Raad :

Vooreerst deelt de Nationale Raad als antwoord op uw vraag mee dat er geen overleg plaatsvond tussen de Nationale Raad en de K.B.W.B. betreffende het invoeren van een vergunning als wielerarts.

Wat het concept van wielerarts betreft is de Nationale Raad van oordeel dat deze erkenning kan bijdragen tot de realisatie van de beoogde doelstellingen al dient te worden opgemerkt dat nauwelijks voorwaarden worden gesteld die een specifieke deskundigheid garanderen. De enige voorwaarde voor het bekomen van een vergunning is dat men zich ertoe verbindt de reglementen van de K.B.W.B. en het U.C.I. na te leven. Het is dan ook uitgesloten "wielerarts" te gebruiken bij wijze van publiciteit, onder meer op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen.

Wat het overmaken van de lijst van de door de renner gebruikte geneesmiddelen en ondergane behandelingen betreft, is het deontologisch aangewezen aan de renner op zijn verzoek een attest af te leveren dat de door de arts voorgeschre¬ven en/of toegediende geneesmiddelen en uitgevoerde behandelingen vermeldt.

Ten slotte deelt de Nationale Raad u mee dat het niet tot zijn bevoegdheid behoort enige uitspraak te doen over de door de K.B.W.B. gevraagde bijdrage voor het afleveren van een vergunning als wielerarts.