keyboard_arrow_right
Deontologie

Naamborden van artsen

Een Provinciale raad verzoekt de Nationale Raad om advies in verband met de verlichte naamborden zoals op de markt gebracht door de firma OMEGA SAFE LIGHTS. Hij doet opmerken dat hieromtrent meningsverschillen bestaan onder de provinciale raden en deze kwestie toch van algemeen belang is.

In zijn vergadering van 21 januari 1984 antwoordt de Nationale Raad het volgende:

Het staat de Provinciale raad vrij in deze aangelegenheid zelf te beslissen, en in ieder concreet geval te onderzoeken of het verlichte naambord binnen de perken van artikel 13 § 1 van de Code blijft (1).

(1) Artikel 13 van de Code van geneeskundige Plichtenleer:

§ 1. De vermeldingen op naamborden, briefpapier, voorschriftenbriefjes, adresboeken, enz..., moeten bescheiden zijn naar vorm en inhoud.
§ 2. Op het naambord van een geneeskundig kabinet worden alleen vermeld: naam en voornamen, wettelijke titel, uitgeoefende specialiteit, spreekdagen en ‑uren, en gebeurlijk het telefoonnummer.
§ 3. Op voorschriftenbriefjes, briefpapier of in een niet‑commercieel adresboek, mogen uitsluitend vermeld worden: naam en voornamen, wettelijke titels, universitaire of in ziekenhuis vervulde functies, uitgeoefende specialiteit en vermeldingen die de betrekkingen van de geneesheer met zijn patiënten vergemakkelijken.
§ 4. Geen van bovengenoemde vermeldingen mogen voorkomen in commerciële publicaties.
§ 5. De geneesheer mag geen gewag maken van een bevoegdheid die hij niet bezit.