keyboard_arrow_right
Deontologie

Titel "sportarts"

Een provinciale raad legt aan de Nationale Raad een vraag van een arts voor aangaande de titel ‘sportarts'.
Kan een arts deze titel dragen zonder een specifieke opleiding te hebben gevolgd en zijn de adviezen van de Nationale Raad van 18 januari 1986 en van 19 april 1986 nog toepasselijk?

Advies van de Nationale Raad :

In zijn zitting van 3 maart 2012 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw schrijven aangaande het dragen van de titel ‘sportarts' onderzocht.

Met de diploma's, getuigschriften of andere attesten in de sportgeneeskunde vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2008 houdende uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch [en ethisch] verantwoorde sportbeoefening, kan men de functie van sportarts in sportorganisaties en sportfederaties bekleden. Deze stukken bewijzen dat een arts, huisarts of geneesheer-specialist, beschikt over een bijzondere bekwaamheid aangaande de sportmedische problematiek.

Het hierboven vermelde besluit van de Vlaamse Regering definieert tevens de voorwaarden voor een erkenning als keuringsarts van een sportmedisch centrum, als controlearts of als toezichthoudende arts bij sportclubs.

De functie van keuringsarts is voorbehouden voor houders van het diploma van arts die een van de volgende opleidingen hebben gevolgd: aan de VUB en de KULeuven wordt een master na master sportgeneeskunde georganiseerd gedurende één jaar. In de opleiding aan de VUB wordt samengewerkt met de UGent en de UAntwerpen. Aan de UGent kan men een "getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde" behalen, ook met een duurtijd van één jaar. In de opleiding van de UGent wordt eveneens samengewerkt met de UAntwerpen. Met deze bijkomende master of dit getuigschrift kan men een erkenning aanvragen van keuringsarts bij het Vlaams ministerie voor sport.

Een door de Vlaamse Gemeenschap erkend keuringscentrum moet minstens één keuringsarts in dienst hebben.

De sportgeneeskunde is in België geen erkend medisch specialisme. Het Riziv erkent geen specifieke nomenclatuur toegankelijk voor sportartsen.

Een arts mag zich slechts beroepen op de titel van sportarts in zoverre hij bijzondere bekwaamheden kan laten gelden die door o.a. de hierboven vermelde opleidingen worden bewezen.

De Nationale Raad merkt op dat op deontologisch gebied de adviezen van de Nationale Raad van 18 januari 1986 en van de Nationale Raad van 19 april 1986 (zie als bijlage) nog toepasselijk zijn.

Bijlagen: adviezen van de Nationale Raad van 18 januari 1986 en 19 april 1986.