keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Briefhoofden22/08/1998 Documentcode: a082011
On-linetelefoongids

Als gevolg aan het advies van de Nationale Raad van 16 mei 1998 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 81, p. 17) verschaft Belgacom een aantal preciseringen omtrent zijn op stapel staand multimediaproject. Dit project zou erin bestaan via Internet een on-linetelefoongids, met andere woorden een databank die per gemeente en per specialisme naam, voornaam, beroepsadres en -telefoonnummer van de geneesheren-specialisten zou bevatten, ter beschikking te stellen van het publiek.
Belgacom vraagt het advies van de Orde van geneesheren inzake de aanvaardbaarheid van dit project.

Advies van de Nationale Raad:

In zijn vergadering van 22 augustus besprak de Nationale Raad uw brief van 18 juni 1998. Wanneer men een databank wil ter beschikking stellen van het publiek met de rangschikking van de artsen per gemeente en per specialisme is het noodzakelijk over een sluitende lijst van alle specialismen te beschikken.

De Nationale Raad deelde U reeds mee dat het in de praktijk niet mogelijk is. Uit het U overgemaakt advies blijkt immers dat de artsen een waaier van mogelijkheden hebben betreffende de vermeldingen van hun medische activiteit en dat deze mogelijkheden niet limitatief en voortdurend aan verandering onderhevig zijn.

Vooreerst neemt de lijst van beroepstitels vermeld onder artikel 1 en artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 voortdurend toe. Vervolgens is het de artsen toegelaten een tak van de geneeskunde als "specialisme" te vermelden die niet voorkomt op deze lijsten zo de uitoefening van deze tak de hoofdactiviteit van de geneesheer is, een bijzondere bekwaamheid kan worden aangetoond en de eigenheid van deze tak door de medische middens aanvaard is. Bewust heeft de Nationale Raad afgezien van het opstellen van een lijst van vermeldingen die als toegelaten takken van de geneeskunde aanvaard zijn daar een dergelijke opsomming niet limitatief kan zijn.

Ten slotte kunt U in het advies lezen dat de Nationale Raad twee vermeldingen toelaat op de naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen, voor zover dit bijdraagt tot de verduidelijking van de medische activiteit van de geneesheer. Hieruit volgt dat zeer veel combinaties van vermeldingen mogelijk zijn die als een geheel gelezen moeten worden daar zij als afzonderlijke vermelding misleidend kunnen zijn.

Op grond van deze overwegingen is de Nationale Raad van oordeel dat het praktisch niet mogelijk is een sluitende lijst van specialismen op te stellen waardoor uw voorstel niet te realiseren is.

Briefhoofden25/04/1998 Documentcode: a081002
Vermeldingen op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen

Naar aanleiding van adviesaanvragen van verscheidene provinciale raden werkt de Nationale Raad een nieuw advies uit over de voor artsen toegelaten vermeldingen op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen.
Dit nieuwe advies heft het advies van 9 juli 1983 inzake de vermeldingen op naamborden van geneesheren-specialisten op (cf. Officieel Tijdschrift Orde der geneesheren, nr. 32, 1983-1984, 21-23).

Advies betreffende vermeldingen op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen.

De wijze waarop artsen de aard van hun medische activiteit vermelden op naamborden en briefhoofden zijn evenals de vermeldingen in de telefoongidsen regelmatig het voorwerp van vragen aan de Provinciale Raden.

Gezien de gewijzigde wetgeving en het voortdurend groeiend aantal specialismen en deelspecialismen brengt de Nationale Raad een nieuw advies uit waardoor het advies van 9 juli 1983 opgeheven wordt.
Bij het huidig advies wordt uitgegaan van de wettelijke bepalingen en de deontologische gedragsregels terzake.
Artikel 35quater van het koninklijk besluit nr. 78 zegt : "niemand kan een bijzondere beroepstitel dragen of zich beroepen op een bijzondere beroepsbekwaming dan na door de minister tot wiens bevoegdheden de volksgezondheid behoort, hiertoe te zijn erkend"
(1 ). Hieruit volgt dat het wettelijk niet toegelaten is één van de titels voorkomend op deze lijsten te vermelden wanneer men daarvoor niet is erkend door de bevoegde overheid. Anderzijds blijkt uit de toegevoegde lijsten dat bepaalde takken van de geneeskunde voor het ogenblik niet het voorwerp uitmaken van een wettelijke erkenning.

Deontologisch wordt voorgestaan dat een geneesheer de door hem uitgeoefende specialiteit mag vermelden maar geen gewag mag maken van een bevoegdheid die hij niet bezit. Hieruit volgt dat een geneesheer desgewenst een tak van de geneeskunde mag vermelden die niet voorkomt op de lijsten wanneer hij kan aantonen in deze tak een bijzondere bekwaamheid te bezitten, de uitoefening van deze tak zijn hoofdactiviteit is en de eigenheid van deze tak van de geneeskunde door de medische middens aanvaard is. De Provinciale Raden zijn bevoegd in deze gevallen adviserend op te treden.

Op grond van deze uitgangspunten brengt de Nationale Raad achtereenvolgens advies uit betreffende de toegelaten vermeldingen op naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen.

A.1. Op de naamborden wordt de medische activiteit bij voorkeur weergegeven door één vermelding :

  • ofwel een algemeen aanvaarde benaming van het beroep als bv. geneesheer, arts, omnipracticus, dokter in de geneeskunde.
  • ofwel één bijzondere beroepstitel waarvoor de geneesheer als titularis is erkend. bv. huisarts of één van de beroepstitels vermeld op de lijst onder artikel 1 of artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 bv. cardioloog (artikel 1) of nefroloog (artikel 2).
  • ofwel een tak van de geneeskunde die niet het voorwerp is van een erkende bijzondere beroepstitel noch van een bijzondere beroepsbekwaming, zo de uitoefening van deze tak de hoofdactiviteit van de geneesheer is, een bijzondere bekwaamheid kan worden aangetoond en de eigenheid van deze tak door de medische middens aanvaard is (bv. sportarts, vaatchirurg, fleboloog, androloog enz.).

A.2. Op de naamborden kan de medische activiteit weergegeven worden door twee vermeldingen indien dit bijdraagt tot de verduidelijking van de medische activiteit van de geneesheer.

  • ofwel door de vermelding van twee bijzondere beroepstitels waarvoor de geneesheer is erkend zijnde twee beroepstitels van de lijsten onder artikel 1 en 2 (bv. kinderarts - pneumoloog (artikel 1) of nefroloog - intensivist (artikel 2)) of een beroepstitel uit de lijst onder artikel 1 gecombineerd met een beroepstitel vermeld onder artikel 2 (bv neuro-psychiater - kinderneuroloog)
  • ofwel door de vermelding van een bijzondere beroepstitel waarvoor de geneesheer is erkend gecombineerd met een tak van dit specialisme die niet het voorwerp is van een erkende bijzondere beroepstitel noch van een bijzondere beroepsbekwaming, zo de uitoefening van deze tak de hoofdactiviteit van de geneesheer is, een bijzondere bekwaamheid kan worden aangetoond en de eigenheid van de tak door de medische middens aanvaard is (bv. psychiater-psychotherapeut).
  • ofwel door de vermelding van een algemeen aanvaarde benaming van het beroep gecombineerd met een tak van de geneeskunde die niet het voorwerp is van een erkende bijzondere beroepstitel noch van een bijzondere beroepsbekwaming zo de uitoefening van deze tak de hoofdactiviteit van de geneesheer is, een bijzondere bekwaamheid kan worden aangetoond en de eigenheid van de tak door de medische middens aanvaard wordt (bv. algemene geneeskunde - evaluatie menselijke schade).

A.3. Op de naamborden kan de medische activiteit niet weergegeven worden door drie vermeldingen en dit zelfs niet wanneer de geneesheer titularis is van drie bijzondere beroepstitels.

De Nationale Raad herinnert aan de eerder uitgebrachte adviezen waarin wordt gesteld dat medische technieken niet kunnen worden beschouwd als takken van de geneeskunde en niet op naamborden kunnen worden vermeld.

B. Wat vermeldingen op briefpapier, bestemd voor de patiënten (als attesten - berichten), betreft is de Nationale Raad van mening dat de geneesheer zich tot de vermeldingen van het naambord dient te beperken.

Als briefhoofd voor andere professionele correspondentie kan de geneesheer naast de vermeldingen van het naambord ook alle bijzondere beroepstitels vermelden waarvoor hij is erkend evenals alle wettelijke diploma's en academische graden voor zover deze bijdragen tot de verduidelijking van zijn profiel als arts. Ook de universitaire of in ziekenhuis vervulde functies kunnen worden vermeld. Wat het logo betreft is de Nationale Raad van oordeel dat dit kan aangebracht worden wanneer het naar vorm en inhoud bescheiden is. De Provinciale Raden kunnen in dit vlak adviserend optreden.

C. Zowel in de commerciële als niet-commerciële telefoongidsen kunnen betreffende de aard van de medische activiteit enkel de vermeldingen opgenomen worden die voor de naamborden toegelaten zijn.
Daar geneesheren soms moeilijkheden ondervinden bij het opnemen in telefoongidsen van de gewenste vermeldingen wordt aangeraden een verklaring van de Provinciale Raad bij hun aanvraag te voegen.

Beoefenaars van de geneeskunde (2)

Art. 1. De lijst van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de titularissen van een wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde of van de academische graad van arts is als volgt samengesteld : huisarts;

  • [geneesheer specialist in de anesthesie-reanimatie;]1
  • geneesheer specialist in de klinische biologie;
  • geneesheer specialist in de cardiologie;
  • geneesheer specialist in de heelkunde;
  • geneesheer specialist in de neurochirurgie;
  • [geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde;]3
  • geneesheer specialist in de dermato-venereologie;
  • geneesheer specialist in de gastro-enterologie;
  • geneesheer specialist in de gynaecologie-verloskunde;
  • geneesheer specialist in de inwendige geneeskunde;
  • geneesheer specialist in de neurologie.
  • geneesheer specialist in de psychiatrie;
  • geneesheer specialist in de neuropsychiatrie;
  • geneesheer specialist in de oftalmologie;
  • geneesheer specialist in de orthopedische heelkunde;
  • geneesheer specialist in de otorhinolaryngologie;
  • geneesheer specialist in de pediatrie;
  • [geneesheer specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie;]1
  • geneesheer specialist in de pneumologie;
  • geneesheer specialist in de röntgendiagnose;
  • geneesheer specialist in de radiotherapie;
  • geneesheer specialist in de reumatologie;
  • geneesheer specialist in de stomatologie;
  • [geneesheer specialist in de urologie;]1
  • geneesheer specialist in de pathologische anatomie;
  • geneesheer specialist in de nucleaire geneeskunde;
  • [geneesheer specialist in de arbeidsgeneeskunde;]2

Art. 2. De lijst van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de titularissen van een wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde of van de academische graad van arts, die reeds houder zijn van één van de bijzondere beroepstitels vermeld in artikel 1, wordt vastgesteld als volgt :
en in de nucleaire in vitro, geneeskunde;
[en in de functionele en professionele revalidatie van gehandicapten;]1
en in de geriatrie;
[en in de mond-, kaak en aangezichtschirurgie;]1
en in de intensieve zorgen;
en in de urgentiegeneeskunde;
en in de pediatrische neurologie;
[en in de nefrologie;]2
[en in de endocrino-diabetologie.]3

Als bijlage zijn aan dit advies de geactualiseerde lijsten van deze bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen toegevoegd.
(2) art. 1. : []1 verv. K.B. 22-6-1993, art. 1 (Stbl. 17-7-1993); []2tgd K.B. 22-6-1993; art. 1 (Stbl. 17-7-1993); []3 verv. K.B. 8-11-1995, art. 1 (Stbl. 21-12-1995).
art. 2 : []1 verv. K.B. 22-6-1993, art. 2 (Stbl. 17-7-1993); []2 tgd K.B. 8-11-1995, art. 12 (Stbl. 21-12-1995); []3 tgd K.B. 12-3-1997, art. 1 (Stbl. 7-6-1997).

Naamborden21/10/1984 Documentcode: a032015
Naamborden van artsen

Een Provinciale raad verzoekt de Nationale Raad om advies in verband met de verlichte naamborden zoals op de markt gebracht door de firma OMEGA SAFE LIGHTS. Hij doet opmerken dat hieromtrent meningsverschillen bestaan onder de provinciale raden en deze kwestie toch van algemeen belang is.

In zijn vergadering van 21 januari 1984 antwoordt de Nationale Raad het volgende:

Het staat de Provinciale raad vrij in deze aangelegenheid zelf te beslissen, en in ieder concreet geval te onderzoeken of het verlichte naambord binnen de perken van artikel 13 § 1 van de Code blijft (1).

(1) Artikel 13 van de Code van geneeskundige Plichtenleer:

§ 1. De vermeldingen op naamborden, briefpapier, voorschriftenbriefjes, adresboeken, enz..., moeten bescheiden zijn naar vorm en inhoud.
§ 2. Op het naambord van een geneeskundig kabinet worden alleen vermeld: naam en voornamen, wettelijke titel, uitgeoefende specialiteit, spreekdagen en ‑uren, en gebeurlijk het telefoonnummer.
§ 3. Op voorschriftenbriefjes, briefpapier of in een niet‑commercieel adresboek, mogen uitsluitend vermeld worden: naam en voornamen, wettelijke titels, universitaire of in ziekenhuis vervulde functies, uitgeoefende specialiteit en vermeldingen die de betrekkingen van de geneesheer met zijn patiënten vergemakkelijken.
§ 4. Geen van bovengenoemde vermeldingen mogen voorkomen in commerciële publicaties.
§ 5. De geneesheer mag geen gewag maken van een bevoegdheid die hij niet bezit.

Naamborden09/07/1983 Documentcode: a032004
report_problem is vervangen door advies : OT 81 p. 8, a081002
Vermeldingen op naamborden van geneesheren-specialisten

Vermeldingen op naamborden van geneesheren specialisten

Een provinciale raad verzoekt om advies inzake de toegelaten vermeldingen op naamborden van geneesheren specialisten. De Nationale Raad had ter zake reeds een eerste advies uitgebracht dat gepubliceerd werd in het Officieel Tijdschrift nr. 30, in afwachting van het advies van de Academiën.

In zijn vergadering van 9 juli 1983, heeft de Nationale Raad het volgende advies uitgebracht, waarin rekening werd gehouden met:

a) de wettelijke bepalingen en ondermeer de koninklijke besluiten tot regeling van de nomenclatuur voor de terugbetaling van verstrekkingen en handelingen inzake ziekte-en invaliditeitsverzekering;

b) de nieuwe specialismen en sub specialismen die voortdurend ontstaan;

c) het feit dat de laatste jaren in toenemende mate op naamborden melding wordt gemaakt van specialismen die wetenschappelijk nog niet zijn erkend of van fantaisistische gegevens met een uitgesproken publicitair karakter.

Toegelaten vermeldingen op naamborden

Artikel 13 van de Code van geneeskundige Plichtenleer:

§1. De vermelding op naamborden (...), moeten bescheiden zijn naar vorm en inhoud.

§2. Op het naambord van een geneeskundig kabinet worden alleen vermeld: naam en voornamen, wettelijke titel, uitgeoefende specialiteit, spreekdagen en uren, en gebeurlijk het telefoonnummer.

§5. De geneesheer mag geen gewag maken van een bevoegdheid die hij niet bezit.

De Nationale Raad is van oordeel dat gelet op de richtlijnen vervat in artikel 13 en meer bepaald in § 5, en abstractie gemaakt van de titel van Doctor in de geneeskunde, een of maximaal twee vermeldingen zijn toegelaten. Naargelang de hieronder beschreven mogelijkheden dienen de vooropgestelde criteria strikt te worden nageleefd.

A. In het kader van de vermelding van een erkend specialisme

A.1. Eén enkele vermelding

De vermelding van het specialisme waarvoor de arts bij besluit van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, als specialist werd erkend of erkend krachtens EEG Richtlijn 75/362.

A.2. Twee vermeldingen

Als eerste vermelding, het specialisme vermeld onder A.1. Als tweede vermelding, een tak van dit specialisme op voorwaarde dat de arts daarin voldoende kennis en ervaring heeft verworven.

De arts moet erop letten dat:

  • de vermelding conventioneel is en voor het publiek begrijpelijk;
  • hij de patiënt voldoende garanties biedt.
    Interesse of een beperkte stage zijn onvoldoende.
    Desgevallend zal de arts zich voor zijn Provinciale Raad moeten verantwoorden over de wijze waarop hij de vereiste kennis en ervaring heeft verworven;
  • het vermelde sub specialisme kan beschouwd worden als een deel van het specialisme waarvoor de arts werd erkend omwille van de problemen inzake terugbetaling.

B. In het kader van de vermelding van sub specialismen

B.1. Eén enkele vermelding

Een sub specialisme van het specialisme waarvoor hij globaal werd erkend op voorwaarde dat:

  • de arts, gedurende twee jaar, full time assistent is geweest in een dienst waar deze tak van het specialisme waarin hij werd erkend, quasi uitsluitend werd beoefend;
  • het vermelde sub specialisme kan beschouwd worden als een deel van het specialisme waarvoor de arts werd erkend omwille van de problemen inzake terugbetalingen;
  • de andere takken van het specialisme slechts worden beoefend in het kader van de wachtdienst onder voorwaarde dat hij daartoe nog de vereiste competentie heeft.
B.2 Twee vermeldingen

Als eerste vermelding, het sub specialisme vermeld onder B.1. Als tweede vermelding, een tak van dit sub specialisme op voorwaarde dat de arts het bewijs kan leveren van een grotere kennis en ervaring in deze materie dan de arts bedoeld onder B.1.

C. Bijzonder geval

De geneesheer die voor een erkend specialisme werd erkend maar daarnaast een opleiding heeft genoten die hem toelaat in een ander specialisme te worden erkend zonder daarvoor evenwel een erkenning te hebben bekomen, moet op zijn naambord het erkend specialisme vermelden en mag, desgewenst, in de tweede plaats melding maken van het specialisme waarvoor hij wel de opleiding maar niet de erkenning heeft bekomen. Het is in ieder geval uitgesloten exclusief dit laatste specialisme te vermelden.

Voorbeeld:

de geneesheer erkend als specialist inwendige ziekten maar met een opleiding die hem zou toelaten erkend te worden als cardioloog - zonder dat hij evenwel de erkenning daarin bezit -, mag vermelden:

ofwel: inwendige geneeskunde

ofwel: inwendige geneeskunde cardiologie

maar mag in geen geval enkel cardiologie vermelden.