keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Resultaten

Commercialisatie van de geneeskunde12/05/2007 Documentcode: a117006
Rubriek "Plastische chirurgie" in de Gouden Gids

Rubriek “Plastische chirurgie” in de Gouden Gids

Verschillende artsen werden door de Gouden Gids gecontacteerd met de vraag om te adverteren in een nieuwe, op vraag van het publiek ingelaste, rubriek “Plastische chirurgie”. Hierin kunnen naast plastische chirurgen ook dermatologen en zelfs niet-artsen staan. Er zijn evenmin beperkingen naar inhoud. Men kan dus publiciteit voeren voor het specifieke terrein van de plastische of esthetische chirurgie waarin men actief is en dit in een regel van 1 mm tot een zone van 5 cm op 10.
Deze artsen vragen aan de Nationale Raad of een dergelijke, louter uit commerciële overwegingen gecreëerde rubriek deontologisch aanvaardbaar is.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad van de Orde van geneesheren wordt op de hoogte gebracht van de toekomstige plannen om, naast de rubriek “Doctors in de geneeskunde”, een rubriek “Plastische chirurgie” op te nemen in de Gouden Gids voor heel België.

Hij neemt er kennis van dat deze nieuwe rubriek reeds opgenomen is in de Gouden Gids 2006-2007 van Antwerpen en van Mechelen.

De Nationale Raad vindt dit onrustwekkend. Hij stelt vast dat deze rubriek een allegaartje is van personen die “ingrepen met een esthetisch doeleinde” verrichten. Deze personen blijken niet steeds houder te zijn van de beroepstitel van geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde, zoals beschermd door het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde. Bovendien vermeldt de rubriek “plastische chirurgie” heel wat personen die geen arts zijn of instellingen met een doel dat weinig te maken heeft met plastische chirurgie (thalassotherapie, voedingsadvies om te vermageren, zonnebanken, schoonheidssalons, enz.).

Artikel 35 quater van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen bepaalt : “Niemand kan een bijzondere beroepstitel dragen of zich beroepen op een bijzondere beroepsbekwaamheid, dan na door de Minister tot wiens bevoegdheden de Volksgezondheid behoort hiertoe te zijn erkend.” Hieruit volgt dat het wettelijk niet toegelaten is een van de in het koninklijk besluit van 25 november 1991 opgenomen titels te vermelden zonder hiertoe erkend te zijn door de bevoegde overheid. Bijgevolg dient de rubriek “plastische chirurgie” voorbehouden te zijn aan de geneesheren die erkend zijn als specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie.

Voorts meent de Nationale Raad dat de opname van niet-artsen en van artsen die niet erkend zijn als specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie misleidende reclame vormt, wat strijdig is met artikel 4 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de de misleidende en vergelijkende reclame (1).

De Nationale Raad meent dat deze reclame van aard is in de perceptie van de bevolking de esthetische en reconstructieve chirurgie te banaliseren wat schadelijk is voor de volksgezondheid.

De Nationale Raad is van oordeel dat Promedia de bevolking een grote dienst zou bewijzen door voor elk erkend medisch specialisme een bijzondere rubriek in te lassen. Elk van deze rubrieken zou slechts personen mogen vermelden die gemachtigd zijn de beroepstitel van de rubriek in kwestie te dragen.

De Nationale Raad maakt zijn standpunt over aan Promedia, het bedrijf dat de Gouden Gids uitgeeft.

1. Dit artikel luidt als volgt : “Onverminderd de toepassing van strengere wetten, is inzake vrije beroepen elke misleidende reclame verboden. Misleidende reclame is elke vorm van reclame die op enigerlei wijze, daaronder begrepen de opmaak ervan, de personen tot wie ze zich richt of die ze aanbelangt, misleidt of kan misleiden en die door haar misleidend karakter hun economisch gedrag kan beïnvloeden, of die daardoor aan een concurrent schade toebrengt of kan toebrengen.”
Publiciteit en reclame17/03/2001 Documentcode: a092008
Weglating van de rubriek "Doctors in de geneeskunde" uit de Witte Pagina's van de Belgacom-telefoongids

In het kader van een aantal fundamentele wijzigingen in de telefoongids, vraagt Belgacom aan de Nationale Raad de op zijn Lijst ingeschreven artsen ervan te verwittigen dat vanaf de editie 2002 de rubriek "Doctors in de geneeskunde" uit de Witte Pagina's zal verdwijnen. Deze rubriek blijft wel behouden in de Gouden Gids. De vermelding van elke individuele arts zal in de Witte Pagina's op familienaam in de alfabetische lijst van zijn gemeente worden gesorteerd, met eventueel toevoeging (tegen betaling) van het beroep of de specialiteit.

Brief van de Nationale Raad aan de verantwoordelijken van Belgacom :

De Nationale Raad meent dat het zijn plicht is u in kennis te stellen van de consequenties van deze wijziging. In de Witte Gids zijn de oproepnummers van artsen per gemeente gerangschikt en in de Gouden Gids per zone waardoor een oproepnummer moeilijk te vinden is. Men mag niet vergeten dat heel wat mensen een oproepnummer zoeken zonder de exacte schrijfwijze van de familienaam van de arts te kennen. Dit doet zich onder meer voor in dringende situaties wanneer de bekende arts niet te bereiken is. Het belang van een efficiënte telefoongids waarin de patiënt snel het oproepnummer van een arts kan vinden is in dergelijke omstandigheden belangrijk.

De Nationale Raad richt vandaag ook een schrijven aan mevrouw X met de vraag van de geplande wijziging af te zien. De Nationale Raad hoopt op uw inlevingsvermogen en rekent op uw invloed om de geplande wijziging te voorkomen.

Briefhoofden25/09/1999 Documentcode: a087002
Wielerarts - Invoeren van een vergunning door de K.B.W.B.

Een provinciale raad vraagt de Nationale Raad om advies over de invoering, door de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond, van een vergunning van wielerarts.

Advies van de Nationale Raad :

Vooreerst deelt de Nationale Raad als antwoord op uw vraag mee dat er geen overleg plaatsvond tussen de Nationale Raad en de K.B.W.B. betreffende het invoeren van een vergunning als wielerarts.

Wat het concept van wielerarts betreft is de Nationale Raad van oordeel dat deze erkenning kan bijdragen tot de realisatie van de beoogde doelstellingen al dient te worden opgemerkt dat nauwelijks voorwaarden worden gesteld die een specifieke deskundigheid garanderen. De enige voorwaarde voor het bekomen van een vergunning is dat men zich ertoe verbindt de reglementen van de K.B.W.B. en het U.C.I. na te leven. Het is dan ook uitgesloten "wielerarts" te gebruiken bij wijze van publiciteit, onder meer op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen.

Wat het overmaken van de lijst van de door de renner gebruikte geneesmiddelen en ondergane behandelingen betreft, is het deontologisch aangewezen aan de renner op zijn verzoek een attest af te leveren dat de door de arts voorgeschre¬ven en/of toegediende geneesmiddelen en uitgevoerde behandelingen vermeldt.

Ten slotte deelt de Nationale Raad u mee dat het niet tot zijn bevoegdheid behoort enige uitspraak te doen over de door de K.B.W.B. gevraagde bijdrage voor het afleveren van een vergunning als wielerarts.

Briefhoofden24/04/1999 Documentcode: a085009
Lijst van de medische specialismen

De voorzitter van het Verbond der Belgische beroepsverenigingen van geneesheren-specialisten schrijft de Nationale Raad aan naar aanleiding van diens advies van 18 juni 1998 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 82, p. 18-19).
Hij vreest dat de bewoordingen ervan gevaarlijk zijn en dat de permissieve formulering de uit de lucht gegrepen of zelfs onconventionele vermeldingen zal aanmoedigen.
De voorzitter acht de publicatie van de lijsten van geneesheren-specialisten in de telefoongidsen wenselijk maar is van oordeel dat alleen de wettelijke titels zou¬den moeten vermeld worden.

Antwoord van de Nationale Raad:

In zijn vergadering van 24 april 1999 nam de Nationale Raad kennis van uw schrijven van 9 maart 1999 betreffende het aan Belgacom uitgebracht advies van 22 augustus 1998, gepubliceerd in nummer 82 van het Tijdschrift van de Nationale Raad.

De Nationale Raad begrijpt en deelt uw bezorgdheid betreffende de vermeldingen op naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen, en het misbruik dat daarvan kan worden gemaakt.

Het aan Belgacom overgemaakt advies kan niet los worden gezien van een eerder aan Belgacom uitgebracht advies, gepubliceerd in nummer 81 van het Tijdschrift, noch van het op 25 april 1998 uitgebracht advies dat in hetzelfde nummer van het Tijdschrift van de Nationale Raad werd gepubliceerd.

De Nationale Raad is van oordeel dat zijn advies van 25 april 1998 enerzijds de wettelijke bepalingen respecteert en anderzijds voldoende waarborgen biedt om misbruiken te voorkomen bij het vermelden van niet erkende deelspecialismen. Deze laatste mogelijkheid acht de Nationale Raad noodzakelijk om de exacte medische activiteit van de arts naar het patiënteel te verduidelijken. Men kan moeilijk staande houden dat een arts erkend als specialist in de dermato-venerologie de vermelding dermatoloog niet mag gebruiken, dat een neuro-psychiater die overwegend kinder- en jeugdpsychiatrie uitoefent, geen kinderpsychiater mag vermelden en dat een psychiater die overwegend psychotherapie beoefent dit niet mag vermelden op zijn naambord. Het patiënteel heeft het recht te weten dat een bepaalde psychotherapeut of seksuoloog ook arts is en door de minister tot wiens bevoegdheden de volksgezondheid behoort, is erkend als drager van een bijzondere beroepstitel of een bijzon¬dere beroepsbekwaamheid. Als voorzitter van het VBS gaat u vermoedelijk met deze zienswijze akkoord.

Om aan uw bezorgdheid aangaande de woorden "in medische middens" tegemoet te komen werd voorzien dat de provinciale raden adviserend kunnen optreden (laatste zin, eerste paragraaf, tweede bladzijde van het advies van 25 april 1998). Artikel 6, 3° van het K.B. nummer 79 betreffende de Orde der geneesheren van 10 november 1967 zegt dat de provinciale raden adviezen die geen oplossing krijgen in de Code van geneeskundige Plichtenleer, ter goedkeuring aan de Nationale Raad dienen over te maken. Door deze procedure hoopt de Nationale Raad aan uw vrees voor "fantasierijke vermeldingen" te verhelpen. Overigens dient te worden vermeld dat het elkeen vrijstaat klacht neer te leggen bij de provinciale raad tegen om het even welke arts die op een deontologisch niet verantwoorde manier gebruik maakt van bepaalde vermeldingen. Heel wat beroepsverenigingen van specialisten en individuele artsen maakten van deze mogelijkheid in het verleden reeds herhaaldelijk gebruik.

Briefhoofden20/03/1999 Documentcode: a084024
Bijzondere beroepstitel "en in functionele en professionele revalidatie van gehandicapten" - Vermelding op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen

Bijzondere beroepstitel "en in de functionele en professionele revalidatie van gehandicapten" - Vermelding op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen

Een provinciale raad doet de Nationale Raad de opmerkingen geworden die hij ontving van een arts naar aanleiding van het advies van de Nationale Raad van 25 april 1998 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 81, p. 8) over de vermeldingen op de naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen. De arts stelt dat de vermelding "revalidatiearts" te weinig precies is aangezien revalidatieartsen slechts erkend worden voor een specifieke tak van de revalidatie. Hij acht de vermelding "revalidatiearts voor ....stoornissen" meer aangewezen omdat zij nuttiger informatie geeft zowel naar patiënten als naar andere artsen toe.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren besprak in zijn vergadering van 20 maart 1999 uw brief betreffende de vermeldingen op naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen van de bijzondere beroepstitel "en in de functionele en professionele revalidatie van gehandicapten".

Bij het uitbrengen van zijn advies op 25 april 1998 (Tijdschrift nr 81, p. 8) heeft de Nationale Raad zich gebaseerd op de geactualiseerde lijsten van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen zoals vastgelegd in opeenvolgende Koninklijke Besluiten. De Nationale Raad beperkte zich tot een algemeen advies als richtlijn voor de artsen en de Provinciale Raden en deed geen uitspraak over de specifieke problematiek van de "revalidatiearts".

Uit de vooropgezette principes kan worden afgeleid dat een arts op naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen de beroepsbekwamingen kan (laten) vermelden waarvoor hij door de bevoegde minister is erkend.

Hieruit volgt dat de dragers van de titel "en in de functionele en professionele revalidatie van gehandicapten" de specifieke handicap kunnen vermelden waarvoor zij zijn erkend. Anderzijds is het gebruikelijk dat zij "revalidatiearts" vermelden, wat een ruimere bevoegdheid laat vermoeden dan de specifieke erkenning. Wanneer eveneens de bijzondere beroepstitel uit de lijst van artikel 1 wordt vermeld kan dit nauwelijks tot enig misverstand leiden. In het advies van 25 april 1998 stelt de Nationale Raad trouwens dat twee vermeldingen op naamborden en briefhoofden toegelaten zijn wanneer dit bijdraagt tot de ver-duidelijking van de medische activiteit.

De Nationale Raad is van oordeel dat de artsen die door de minister erkend zijn als bijzonder bekwaam "en in de functionele en professionele revalidatie van gehandicapten" de keuze hebben tussen één vermelding zijnde de specifieke handicap waarvoor zij zijn erkend, of twee vermeldingen zijnde de bijzondere beroepstitel uit de lijst van artikel 1 waarvoor zij zijn erkend gevolgd door de algemene vermelding "revalidatiearts" of de specifieke vermelding van de handicap waarvoor zij als revalidatiearts zijn erkend.

Een kopie van dit advies wordt overgemaakt aan de andere provinciale raden en aan de raden van beroep.

Briefhoofden19/09/1998 Documentcode: a082019
Vermeldingen op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen - Begrip "sportarts"

Op 25 april 1998 bracht de Nationale Raad een advies uit over de voor artsen toegelaten vermeldingen op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 81, p. 8).
Een provinciale raad vraagt nu wat in dit advies bedoeld wordt met "sportarts".

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad besprak in zijn vergadering van 19 september 1998 uw brief van 3 juli 1998 betreffende de vermelding van "sportarts" op naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen.

De Nationale Raad is van mening dat sportgeneeskunde een tak van de geneeskunde is waarvan de eigenheid door medische middens aanvaard wordt. Dit blijkt ook uit de inhoud van uw schrijven.

In de gegeven voorbeelden (sportarts, vaatchirurg, fleboloog, androloog enz.) worden takken van de geneeskunde vermeld die niet steeds aan een specialisme te linken zijn : vaatchirurgen zijn meestal erkend als algemeen chirurg, maar er zijn flebologen die b.v. erkend zijn als dermatoloog en andrologen kunnen b.v. erkend zijn als internist, uroloog of gynaecoloog. Zo kan een sportarts een algemeen geneeskundige zijn of als titularis van een bijzondere beroepstitel erkend zijn. De Nationale Raad deed geen uitspraak over de discipline waartoe een sportarts dient te behoren.

Over de noodzaak van een bijkomende universitaire opleiding tot sportarts stelde de Nationale Raad in zijn adviezen van 18 januari 1986 en 19 april 1986 (Officieel Tijdschrift nr. 34, p. 36 en 37) dat aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde slechts één element is om de bekwaamheid van de arts in die tak van de geneeskunde te beoordelen.

De Nationale Raad blijft van mening dat de provinciale raden in deze materie bevoegd zijn adviserend op te treden en elk concreet geval afzonderlijk te beoordelen. Door zijn advies van 25 april 1998 wenst de Nationale Raad zijn eerder ingenomen standpunt betreffende de vermelding van sportarts op naamborden en briefhoofden en in telefoongidsen niet te wijzigen.

Briefhoofden22/08/1998 Documentcode: a082011
On-linetelefoongids

Als gevolg aan het advies van de Nationale Raad van 16 mei 1998 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 81, p. 17) verschaft Belgacom een aantal preciseringen omtrent zijn op stapel staand multimediaproject. Dit project zou erin bestaan via Internet een on-linetelefoongids, met andere woorden een databank die per gemeente en per specialisme naam, voornaam, beroepsadres en -telefoonnummer van de geneesheren-specialisten zou bevatten, ter beschikking te stellen van het publiek.
Belgacom vraagt het advies van de Orde van geneesheren inzake de aanvaardbaarheid van dit project.

Advies van de Nationale Raad:

In zijn vergadering van 22 augustus besprak de Nationale Raad uw brief van 18 juni 1998. Wanneer men een databank wil ter beschikking stellen van het publiek met de rangschikking van de artsen per gemeente en per specialisme is het noodzakelijk over een sluitende lijst van alle specialismen te beschikken.

De Nationale Raad deelde U reeds mee dat het in de praktijk niet mogelijk is. Uit het U overgemaakt advies blijkt immers dat de artsen een waaier van mogelijkheden hebben betreffende de vermeldingen van hun medische activiteit en dat deze mogelijkheden niet limitatief en voortdurend aan verandering onderhevig zijn.

Vooreerst neemt de lijst van beroepstitels vermeld onder artikel 1 en artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 voortdurend toe. Vervolgens is het de artsen toegelaten een tak van de geneeskunde als "specialisme" te vermelden die niet voorkomt op deze lijsten zo de uitoefening van deze tak de hoofdactiviteit van de geneesheer is, een bijzondere bekwaamheid kan worden aangetoond en de eigenheid van deze tak door de medische middens aanvaard is. Bewust heeft de Nationale Raad afgezien van het opstellen van een lijst van vermeldingen die als toegelaten takken van de geneeskunde aanvaard zijn daar een dergelijke opsomming niet limitatief kan zijn.

Ten slotte kunt U in het advies lezen dat de Nationale Raad twee vermeldingen toelaat op de naamborden, briefhoofden en in telefoongidsen, voor zover dit bijdraagt tot de verduidelijking van de medische activiteit van de geneesheer. Hieruit volgt dat zeer veel combinaties van vermeldingen mogelijk zijn die als een geheel gelezen moeten worden daar zij als afzonderlijke vermelding misleidend kunnen zijn.

Op grond van deze overwegingen is de Nationale Raad van oordeel dat het praktisch niet mogelijk is een sluitende lijst van specialismen op te stellen waardoor uw voorstel niet te realiseren is.