keyboard_arrow_right
Deontologie

Aansprakelijkheid van de verrichter van diensten - Voorstel van richtlijn van de E.E.G.

Aansprakelijkheid van de "verrichter van diensten" - Ontwerp van richtlijn van de E.E.G.

De heer Pardon, Belgisch lid van het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Gemeenschappen, legt aan de Nationale Raad een ontwerp van richtlijn voor betreffende de aansprakelijkheid van de verrichter van diensten.
Hij vestigt de aandacht van de Raad op §2 van artikel 1 van het ontwerp: "De bewijslast van de afwezigheid van fout (bij schade veroorzaakt door een dienstverrichting) berust op de verrichter van diensten".
Volgens de heer Pardon is deze bepaling onverenigbaar met de uitoefening van de geneeskunde.
Tijdens een gedachtenwisseling is de Raad van oordeel dat een dergelijk artikel inderdaad volkomen ontoelaatbaar is wat de geneesheren betreft.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad wenst U te danken voor het voorstel van richtlijn aangaande de verrichter van diensten, dat U ons bezorgd heeft.

Het ligt voor de hand dat de personen die de geneeskunde uitoefenen of die werkzaam zijn in andere takken van de geneeskunde verrichters van diensten zijn.

Vergeleken met de gewone verrichters van diensten heeft de geneesheer geen verplichtingen ten aanzien van het resultaat maar enkel verplichtingen ten aanzien van de middelen, rekening houdend met de omstandigheden en mogelijkheden.

De geneesheer kan immers geen waarborgen bieden voor het resultaat (de genezing dus) aangezien er heel wat factoren kunnen optreden die losstaan van zijn ingrijpen. Bovendien kunnen deze ongrijpbare factoren noodzakelijkerwijze noch gemeten noch voorspeld worden, aangezien zij menselijk zijn zowel uit hoofde van de verrichter als uit hoofde van de patiënt.

Die ongrijpbare factor uit hoofde van de patiënt, dit wil zeggen uit hoofde van de persoon aan wie de dienst verstrekt wordt, heeft tot gevolg dat de geneesheer, de verrichter van diensten, onmogelijk het bewijs van afwezigheid van fout kan leveren. Behoudens enkele uitzonderingen weliswaar...
Het zou al heel vlug een no‑fault aansprakelijkheid worden, een systematische schadeloosstelling die gedekt wordt door de verzekeringen waarvan het bedrag van de premies aanzienlijk zou toenemen. Deze premies zouden een weerslag hebben op de prijs van de verzorging, wat onmogelijk is in het kader van de overeenkomsten inzake de sociale zekerheid. Deze situatie zou vast en zeker tot gevolg hebben dat de geneesheer zou weigeren om, buiten in spoedeisende gevallen, een patiënt of een ziekte te verzorgen zodra de toestand er enigszins ernstig uitziet. Dit zou de gezondheidszorg natuurlijk diepgaand aantasten.

De Nationale Raad zendt U ter informatie een studie die de heer Thiry, Voorzitter emeritus van het Hof van beroep te Brussel, gemaakt heeft over dit voorstel van richtlijn.

De Nationale Raad vindt het, in het kader van dergelijke voorstellen, uiterst belangrijk dat de diensten die verricht worden in de geneeskunde niet in deze richtlijn opgenomen worden.