keyboard_arrow_right
Deontologie

Controlegeneeskunde - Arbitrage

Een provinciale raad stuurt de Nationale Raad een brief door van een arbitragearts die advies vraagt betreffende een aantal aspecten van de controlegeneeskunde. In de praktijk rijzen er meerdere problemen omtrent de aanwijzing van een arts-scheidsrechter - al dan niet in collegiaal overleg - en de taak van de opvolgingscommissie hierbij, de betaling van de erelonen voor arbitrages en de rol van een vervangende behandelende arts bij beslissingen inzake arbeidsongeschiktheid.

Advies van de Nationale Raad :

De wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde bepaalt in artikel 8, §5, dat de geschillen van medische aard welke rijzen tussen werknemer en controlearts beslecht worden bij wijze van scheidsrechterlijke procedure. Binnen twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen door de controlearts kan de werkgever aan de controlearts en de werknemer aan diegene die hem het geneeskundig getuigschrift heeft overhandigd, uitdrukkelijk machtiging geven om de arts-scheidsrechter aan te wijzen. In onderling akkoord kan de arts-scheidsrechter aangewezen worden buiten de officiële lijst zoals blijkt uit de inleidende uiteenzetting van de minister van Tewerkstelling en Arbeid bij het wetsontwerp betreffende de controlegeneeskunde (Parl. Doc. Kamer, Gewone zitting 1998-1999, nr. 2106/4, p. 3) en uit het advies nr. 1244 van de Nationale Arbeidsraad van 6 oktober 1998. Indien over deze aanwijzing binnen voornoemde termijn geen akkoord kan worden bereikt kan de meest gerede partij (werkgever of werknemer) een arts-scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet (artikel 6) en voorkomt op de lijst die in uitvoering van voornoemde wet werd vastgesteld. Dit laatste geschiedt ook binnen twee werkdagen.
De arts-scheidsrechter beslist, na uitvoering van een medisch onderzoek, binnen drie werkdagen na zijn aanwijzing.

Logischerwijze kan hieruit worden afgeleid dat er binnen twee werkdagen na het verslag van de controlearts aan de werkgever in eerste instantie in collegiaal overleg een arts-scheidsrechter kan worden aangeduid. Indien dit niet gebeurt, komt het de meest gerede partij (hetzij werkgever, hetzij werknemer) toe eigenmachtig een arts-scheidsrechter aan te wijzen uit de daartoe beschikbare lijst. De wet vermeldt echter niet of dit persoonlijk dient te gebeuren of via een daartoe door de betrokken partij gemandateerde persoon of instantie.
In beide procedures vallen de kosten ten laste van de verliezende partij.

Wat de in collegiaal overleg aan te duiden scheidsrechter betreft, staat het elke provinciale raad vrij hiervoor lijsten van kandidaten ter beschikking te stellen.

De opvolgingscommissie heeft de wettelijke bevoegdheid om alle klachten te behandelen omtrent de organisatie van de controle, de bevoegdheid en de onafhankelijkheid van zowel controleartsen als artsen-scheidsrechters, dit binnen het gestelde wettelijke kader.
De medisch-deontologische aspecten van de controleprocedure vallen uiteraard onder de bevoegdheid van de betrokken provinciale raad van de Orde.

Een vervangende arts heeft bij betwistingen over arbeidsongeschiktheid als "behandelende partij” dezelfde rechten en bevoegdheden als de arts die oorspronkelijk het attest van arbeidsongeschiktheid heeft uitgeschreven.