keyboard_arrow_right
Deontologie
report_problem
Dit advies verbetert het advies a075016 wat betreft het punt 6.2.

Controlegeneeskunde - Beleidsnota

Een provinciale raad zegt verbaasd te zijn over volgende passage uit de "Beleidsnota controlegeneeskunde" opgesteld door de Provinciale Raad van Brabant (N) en mits amendering onderschreven door de Nationale Raad op 7 september 1996 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 75, maart 1997, 41): "De controlearts mag de opdrachtgever er ook over inlichten wanneer de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan de zware fout van de werknemer (bijv. dronkenschap)."
Volgens de provinciale raad bepaalt de wet uitdrukkelijk dat de taak van de controlearts zich ertoe beperkt na te gaan of de werknemer werkelijk arbeidsongeschikt is en dat alle andere vaststellingen onder het beroepsgeheim vallen.
Bovendien zou de "Beleidsnota controlegeneeskunde" op dit punt in tegenspraak zijn met het advies van de Nationale Raad van 21 november 1987 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 39, maart 1988, 14).

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 18 oktober en 15 november 1997 het in uw brief van 5 mei 1997 opgeworpen probleem inzake controlegeneeskunde onderzocht.

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat in het omstandig advies van 7 september 1996 (Tijdschrift nr 75, p. 41-49)

  1. 6.2 tweede uitzondering dient te worden beperkt tot de zin "De controlearts mag de werkgever ook inlichten over : een eventueel herval binnen de twee weken in dezelfde ziekte, of over het feit dat de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan een ongeval";
  2. de zin "De controlearts mag de opdrachtgever er ook over inlichten wanneer de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan de zware fout van de werknemer (bijvoorbeeld dronkenschap)" dient te worden weggelaten.

Hij heeft zich hierbij laten inspireren door het in het vorig advies reeds vermelde arrest van het Hof van Cassatie van 6 december 1984, samen te vatten als volgt:
"Krachtens art. 31, §2, voorlaatste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gaat de door de werkgever gemachtigde en betaalde geneesheer na of de werknemer werkelijk arbeidsongeschikt is, en vallen alle andere vaststellingen onder het beroepsgeheim; die wettelijk omschreven opdracht kan niet uitgebreid worden door de werkgever".

Een rechtzetting zal gepubliceerd worden in een volgend Tijdschrift van de Nationale Raad.

Advies van de Nationale Raad van 21 november 1987

Vanuit een louter deontologisch standpunt, werd door de Nationale Raad onderstaand advies uitgebracht :
1°de arbeidsgeneesheer die door de werkgever wordt verzocht om, krachtens artikel 104, § 2, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, personen te onderzoeken die, wegens de aandoeningen waaraan zij lijden een ernstig gevaar voor besmetting of onveiligheid zouden betekenen voor hun gezellen in werkplaats of kantoor, moet aan dat verzoek gevolg geven. In het kader van bedoelde opdracht, oordeelt de arbeidsgeneesheer in alle onafhankelijkheid over de aangewezen onderzoekingen.
De arbeidsgeneesheer is, zoals elke andere arts, door het beroepsgeheim gebonden. Hij mag uitsluitend verklaren dat de werknemer voor het werk geschikt of ongeschikt is;
2°indien nodig, mag de arbeidsgeneesheer de eerste zorgen toedienen; 3°een andere geneesheer dan de arbeidsgeneesheer die door de werkgever wordt geroepen, mag geen bloed afnemen.

report_problem
Dit advies verbetert het advies a075016 wat betreft het punt 6.2.
info_outline
Publicatiedatum

15/11/1997

Documentcode

a079044