Controlegeneeskunde - Scheidsrechterlijke procedure
Controle geneeskunde - Scheidsrechterlijke procedure
De Union Professionnelle des Médecins Contrôleurs de Langue Française legt de Nationale Raad drie vragen voor.
Wanneer de behandelende geneesheer en de controlegeneesheer er een verschillende mening op na houden, bepaalt de Wet dat het, naast een beroep te doen op de Arbeidsrechtbank ook mogelijk is een minnelijke scheidsrechterlijke procedure in te stellen.
Bij die procedure wordt in onderling overleg door beide partijen een geneesheer-scheidsrechter gekozen.
Eerste vraag: Is het deontologisch aanvaardbaar dat, bij de aanduiding van een geneesheer-scheidsrechter, de meest gerede partij de tegenpartij zou laten kiezen uit een lijst van ten minste drie kandidaat scheidsrechters (zoals billijkheid door een drieledige keuze) ?
Tweede vraag: Is het uitvoeren van een arbitrage door een andere controle arts - gekozen uit een lijst van drie namen - waarvan de bekwaamheid en de integriteit bekend zijn, verenigbaar met de bepalingen van de Code van geneeskundige Plichtenleer ?
Derde vraag: Is het toegestaan een dergelijke lijst samen te stellen en te publiceren, met een rangschikking per provincie en per landstaal ?
Advies van de Nationale Raad (16 november 1991):
In antwoord op uw eerste vraag wenst de Nationale Raad te beklemtonen dat elke partij het recht heeft om kandidaat-scheidsrechters voor te dragen. Wat uw tweede vraag betreft is de Nationale Raad van oordeel dat er onverenigbaarheid bestaat tussen de functies van controlegeneesheer en geneesheer-scheidsrechter.
Op uw derde vraag kunnen wij geen antwoord verstrekken zonder nadere inlichtingen van u omtrent de wijze waarop u de lijst zal opstellen van de kandidaat-scheidsrechters die in het bijzonder op dit soort opdrachten voorbereid zijn.