De provinciale raden van de Orde der geneesheren en de arbitrage
DE PROVINCIALE RADEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN EN DE ARBITRAGE (17/11/1979)
In artikel 6, 5°, van het Koninklijk Besluit nr 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der geneesheren wordt, onder de bevoegdheden van de provinciale raden vermeld: «op gezamenlijk verzoek van de belanghebbenden in laatste aanleg te beslissen over alle geschillen betreffende de door de geneesheer aan zijn kliënt gevraagde honoraria, behoudens bedingen tot toekenning van bevoegdheid die neergelegd zijn in de overeenkomsten of verbintenissen gesloten inzake de ziekte en invaliditeitsverzekering».
Valt deze arbitrage onder de toepassing van de beschikkingen van de Europese Overeenkomst houdende een eenvormige wet inzake arbitrage, ondertekend te Straatsburg op 20 januari 1966, en goedgekeurd bij wet van 4 juli 1972, die aanleiding gaf tot het toevoegen van een zesde deel aan het Gerechtelijk Wetboek met als titel «Arbitrage» en inhoudende artikelen 1676 tot 1723 waarvan de bepalingen conform zijn aan de Overeenkomst.
Deze bepalingen hebben niet enkel gerechtsgeldigheid maar prevaleren op de gewone wetsbeschikkingen omdat zij uit een internationale overeenkomst voortvloeien zodat de gewone wetsbeschikkingen in principe niet langer mogen worden toegepast indien zij niet met de bepalingen van de Overeenkomst in overeenstemming kunnen worden gebracht.
In artikel 1,3, van de Overeenkomst wordt evenwel bepaald dat: « ledere Verdragsiuitende Partij het recht heeft in haar wetgeving op te nemen dat geschillen in bepaalde aangelegenheden niet voor arbitrage vatbaar zijn of kunnen worden onderworpen aan arbitrage naar andere regels dan van de eenvormige wet».
In artikel 1,4, wordt verder bepaald dat «ledere Verdragsluitende Partij bij de ondertekening van dit Verdrag of bij neerlegging van haar oorkonde van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding, kan verklaren dat zij de eenvormige wet alleen zal toepassen op geschillen ontstaan uit rechtsbetrekkingen die haar eigen wet als handelsrechtelijk aanmerkt».
Op het ogenblik van de ratificatie van dit Verdrag heeft België evenwel geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid voorzien bij artikel 1,4, waardoor het mogelijk was geweest de arbitrage door de provinciale raden in geschillen van niet handelsrechtelijke aard, uit het toepassingsgebied van de bepalingen van de Europese Overeenkomst te halen.
Krachtens artikel 1,3, van de Overeenkomst zijn de verdragsluitende partijen echter niet verplicht op het ogenblik van de ratificatie hun voorbehoud te formuleren. Uit kracht van de Overeenkomst zelf, behouden zij het recht om in hun wetgeving te bepalen dat, in bepaalde aangelegenheden, de geschillen aan een arbitrage kunnen worden onderworpen «naar andere regels dan van de eenvormige wet».
Ik ben van oordeel dat deze bepaling niet alleen geldt voor komende arbitrages, maar tevens van kracht is voor arbitrages die vroeger werden uitgevoerd volgens regels die afwijken van deze voorzien bij de eenvormige wet; de Belgische wetgever heeft, op het ogenblik dat de eenvormige wet in de Belgische wetgeving werd ingevoerd, deze bijzondere regels niet gewijzigd en aldus op ondubbelzinnige wijze laten blijken dat het bijzonder stelsel voor de bij wet welbepaalde aangelegenheden beter bewaard kon blijven.
Gezien de wetgevende waarde van Koninklijk Besluit nr 79, kan worden gesteld dat de bepalingen van dit KB in verband met de arbitrage in geschillen betreffende medische honoraria, in feite neerkomen op bijzondere regels die - met de goedkeuring van de wetgever - afwijken van de toepassing van de eenvormige wet maar dan alleen in de mate dat die regels onverenigbaar zijn met genoemde wet.
De arbitrage door de provinciale raden in geschillen betreffende medische honoraria wordt uitsluitend door artikel 6, 5°, van het Koninklijk Besluit nr 79 geregeld.
De arbitrage wordt aan de provinciale raad als dusdanig toevertrouwd, terwijl de samenstelling van deze raden bij wet geregeld is. De zittingen van de provinciale raad zijn geldig bij aanwezigheid van een even aantal leden (cfr. artikel 28, § 2, KB nr 79 waarin wordt bepaald dat in geval van staking van stemmen, de stem van de voorzitter beslist).
De bepalingen van de eenvormige wet (artikel 1681 van het Gerechtelijk Wetboek) waarin wordt bepaald dat «Een scheidsgerecht moet zijn samengesteld uit een oneven aantal scheidslieden» geldt bijgevolg niet voor de provinciale raad.
Bij de eenvormige wet (artikel 1702.2 van het Gerechtelijk Wetboek) wordt voorzien dat «de Voorzitter van het scheidsgerecht het origineel van de uitspraak neerlegt ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg». Deze bepaling is niet van publiekrechtelijke aard en heeft uitsluitend tot doel de bewaring van de uitspraak te waarborgen. (Krings, L'exécution des sentences arbitrales, Revue de droit international et de droit comparé, 1976, p. 181).
Volgens artikel 30 van het KB nr 79, zijn de leden van de provinciale raden gebonden door het beroepsgeheim in alle zaken waarvan zij kennis hebben gekregen bij of ter gelegenheid van de uitoefening van hun ambt.
Het is de voorzitter van de provinciale raad derhalve niet toegelaten de uitspraak ter grifife van de rechtbank van eerste aanleg neer te leggen.
Verder staan de provinciale raden zelf in voor de bewaring van de uitspraken.
De provinciale raad is een rechtscollege: met een secretaris (KB nr 79, art. 10, al. 1); de secretaris is belast met het bijhouden van het register der beraadslagingen en beslissingen (KB van 6 februari 1970, art. 10), wat betekent dat hij met name de taak van griffier vervult en, zoals een griffier, verantwoordelijk is voor de bewaring van de archieven van de rechtspraak.
Indien de bij scheidsgerecht vastgestelde honoraria niet worden betaald en de betrokken geneesheer, die de beslissing wilt uitgevoerd zien, van de voorzitter van de rechtbank een uitvoerbaarverklaring van de scheidsrechterlijke uitspraak wenst te bekomen, kan verzoeken om in bezit te worden gesteld van de uitspraak en deze zelf ter griffie neerleggen.
Eén der partijen kan namelijk nog na verloop van tijd, de uitspraak ter griffie neerleggen. (Krings, gecit. wet, p. 181 en 182, tekst in bijlage.)
De geneesheer die bij de arbitrage betrokken is, is, in tegenstelling met de leden van de provinciale raad, overigens niet door het beroepsgeheim gebonden voor wat deze arbitrage betreft en heeft het recht de uitvoering van de uitspraak voort te zetten.
***
Zelfs in de veronderstelling dat men het niet eens is met de idee dat dank zij het Koninklijk Besluit nr 79 een bijzonder stelsel werd uitgewerkt voor arbitrages in verband met medische honoraria door de provinciale raden, kan in de praktijk toch geen discussie ontstaan omtrent de twee punten die hier werden onderzocht (oneven aantal scheidslieden en neerleggen van de uitspraak).
Krachtens de eenvormige wet (artikel 1704.2, f, van het Gerechtelijk Wetboek) «kan een scheidsrechterlijke uitspraak vernietigd worden indien uitspraak is gedaan door een op onregelmatige wijze samengesteld scheidsgerecht»; dit zou o.m. het geval zijn indien het om een even aantal scheidslieden ging.
Maar in artikel 1704.4 wordt evenwel bepaald dat de gevallen bedoeld in artikel 1704.2, f «geen grond tot vernietiging meer opleveren indien de partij die deze aanvoert, tijdens de loop van het geding voor scheidslieden wist dat zich een zodanig geval voordeed, doch zich er toen niet op heeft beroepen».
De geneesheer en zijn kliënt die persoonlijk op de arbitrage aanwezig waren of zich lieten vertegenwoordigen, kunnen vaststellen of de provinciale raad met een even aantal stemgerechtigde leden zetelt. In dergelijk geval kunnen zij zich daar later niet meer op beroepen indien zij er tijdens de debatten geen gewag van maakten. De provinciale raad zou trouwens de aandacht van de partijen op deze omstandigheden kunnen vestigen en akte nemen van het feit dat geen van beide daarover enig voorbehoud hebben gemaakt.
Verder kan het niet neerleggen ter griffie van de uitspraak geen gevolgen hebben aangezien de partijen de uitspraak naderhand zelf kunnen neerleggen indien dat voor de uitvoering ervan nodig mocht blijken.