Geneeskundig toezicht van het personeel van het stadsbestuur
Een provinciale raad verzoekt de Nationale Raad om advies aangaande de manier waarop een scheidsrechterlijke arts aangewezen wordt indien de behandelend arts en de arts van het stadsbestuur het niet eens raken met betrekking tot het medisch onderzoek van een personeelslid van het stadsbestuur.
Advies van de Nationale Raad :
De onderrichting vervat in Art. 60 §6 van dit Reglement legt de beslissing tot het aanstellen van een geneesheer-scheidsrechter, in de tekst als arts-deskundige aangeduid, bij het Controlecentrum, en deze arts-deskundige wordt, weliswaar in overleg met de behandelende arts, gekozen uit een lijst van artsen die door de Gemeenteraad wordt goedgekeurd en onder die artsen die onafhankelijk zijn van beide partijen.
Deze onderrichting is in strijd met de deontologische richtlijnen hieromtrent, uitgevaardigd door de Nationale Raad.
De beslissing tot scheidsrechterlijke procedure dient namelijk te worden genomen in onderling overleg tussen beide betrokken partijen en de aanduiding van een geneesheer-scheidsrechter dient eveneens volledig vrij en in onderling overleg door beide partijen te kunnen gebeuren.
Deze onderrichting is tevens in strijd met de Wet op de Arbeidsovereen-komsten van 3 juli 1978.
Art. 31 §2 al. 4 van deze wet stelt namelijk : "onverminderd de bevoegdheid van de Hoven en Rechtbanken kan de Koning, na advies van het bevoegde Paritair Komité of van de Nationale Arbeidsraad, een scheidsrechterlijke procedure instellen om de geschillen van medische aard welke oprijzen tussen de geneesheer van de werknemer en de door de werkgever gemachtigde en betaalde geneesheer te beslechten".
Welnu, tot hiertoe werden er drie KB's uitgevaardigd welke een arbitrageprocedure voorzien voor een bepaalde sektor van het bedrijfsleven, te weten :
- KB van 29 juli 1965 van toepassing voor de textielnijverheid uit het arrondissement Verviers, met uitzondering van de kantons Eupen, Malmedy en Sankt-Vith;
- KB van 7 januari 1974 van toepassing in de textielnijverheid en het breiwerk;
- KB van 11 oktober 1988 van toepassing in het Antwerpse haven-gebied.
Bij ontstentenis van een KB, van toepassing voor een bepaalde sektor, is het wettelijk niet mogelijk om in een arbeidsreglement of een individuele arbeidsovereenkomst op algemene wijze te bepalen dat de werkgever en de werknemer er zich toe verbinden om in geval van geschil een scheidsrechter aan te stellen. Art. 13 van de algemene arbeidsovereenkomstenwet verzet zich tegen dergelijke regeling.
De alsdan toe te passen scheidrechterlijke procedure werd vastgelegd in de nationale akkoorden, gesloten door de in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde interprofessionele organisaties op 8 juni 1961 en 12 oktober 1961, namelijk via aanstelling van een geneesheer in de hoedanigheid van scheidsrechter volgens een minnelijke schikking, in onderlinge overeenstemming, door de partijen.
Limitatieve lijsten van geneesheren-scheidsrechters kunnen dan wel als leidraad worden aangewend, doch kunnen zeker niet als bindend worden opgedrongen.
Uiteraard bestaat steeds de mogelijkheid een geneesheer-scheidsrechter aan te duiden via de Arbeidsrechtbank.