keyboard_arrow_right
Deontologie

Medische controle

Door de hoofdgeneesheer van een maatschappij voor medische controle (gewaarborgd loon), worden aan een provinciale raad de praktische moeilijkheden voorgelegd in verband met de naleving van de bepalingen van artikel 126 van de Code. Problemen rijzen voornamelijk bij telefonische onbereikbaarheid van de behandelende arts en tijdens de weekend‑controles.

Gevraagd wordt of artikel 126, §4, mag worden geïnterpreteerd als "het overhandigen van een schrijven aan de patiënt bestemd voor zijn behandelend arts in gevallen waar contact rechtstreeks telefonisch niet mogelijk is" ?

De Nationale Raad is van oordeel dat artikel 126 voldoende nauwkeurig is geformuleerd en antwoordt:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 10 december 1988 kennis genomen van uw brief van 26 november 1988 m.b.t. de interpretatie van artikel 126,§4, van de Code van geneeskundige Plichtenleer.

De Nationale Raad kan alleen verwijzen naar §4 van deze beschikking: "de adviserend of controlerend geneesheer moet in elk geval contact opnemen met de behandelende geneesheer vooraleer een beslissing te nemen die deze van de behandelende geneesheer wijzigt".