keyboard_arrow_right
Deontologie

Medische controle bij een afwezige patiënt - Toelichting bij het advies van 1 september 2007

Medische controle bij een afwezige patiënt – Toelichting bij het advies van 1 september 2007

De voorzitter van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu uitte enkele bezwaren naar aanleiding van het advies dat op 1 september 2007 door de Nationale Raad werd uitgebracht betreffende de medische controle bij een afwezige patiënt in het kader van de reorganisatie van de geneeskundige controle binnen het openbaar ambt.
De Nationale Raad richtte een werkgroep op binnen dewelke de knelpunten met de verantwoordelijke voor de medische expertise binnen de betrokken FOD werden toegelicht en besproken.

ADVIES VAN DE NATIONALE RAAD :

In zijn vergadering van 5 april 2008 heeft de Nationale Raad een discussie gewijd aan de reorganisatie van de geneeskundige controle binnen het openbaar ambt.

De Nationale Raad beslist hieronder zijn advies van 1 september 2007 over de medische controle bij een afwezige patiënt (TNR nr. 118, p 5) te verduidelijken.

1/ Controle bij een afwezige patiënt

In zijn advies van 1 september 2007 was de Nationale Raad van mening dat de controlearts aan de patiënt niet kan opleggen zich te verplaatsen indien de behandelende arts heeft vermeld dat het verlaten van de woonst verboden is.

De Nationale Raad handhaaft dit standpunt.

Uit discussies met de FOD Volksgezondheid en met de FOD Personeel en Organisatie alsmede uit de omzendbrief nr. 568 van 13 februari 2007 met betrekking tot de reglementaire wijzigingen in het kader van het ziekteverzuim (Belgisch Staatsblad, 19 februari 2007) volgt dat de ambtenaar die afwezig is op het tijdstip van de medische controle en waarvoor de arts die het medisch attest heeft afgeleverd, van oordeel was dat hij zich niet mocht verplaatsen (ambtenaar die zich in de situatie ‘mag het huis niet verlaten’ bevindt) niet verplicht kan worden zich te begeven naar de controlearts. De ambtenaar die over een dergelijk medisch attest beschikt, moet onmiddellijk contact opnemen met MEDEX, om eventueel een nieuwe controle te plannen. Bij het uitblijven van een controle kan de ambtenaar nog altijd een eventuele rechtvaardigingsgrond voor zijn afwezigheid op het tijdstip van de medische controle doen gelden bij zijn werkgever.

2/ Beroepsgeheim

In zijn advies van 1 september 2007 heeft de Nationale Raad tevens opheldering gevraagd over de bewoordingen van artikel 61, tweede lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, zoals gewijzigd door artikel 17 van het koninklijk besluit van 17 januari 2007 houdende wijziging van diverse reglementaire bepalingen betreffende de controle van afwezigheden wegens ziekte van de personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

De Nationale Raad oordeelde dat deze bepaling rechtstreeks in strijd was met de wettelijke en deontologische beginselen van het beroepsgeheim, daar deze bepaling stelt dat het ziekteattest dat de afwezigheid van meer dan één dag rechtvaardigt, expliciet de diagnose van de ziekte moet vermelden.

Uit discussies met het FOD Volksgezondheid blijkt dat de diagnose nooit aan de werkgever van de ambtenaar wordt meegedeeld doch enkel aan de dienst MEDEX in het kader van de medische controle.