keyboard_arrow_right
Deontologie

Medische kontrole - NMBS

Medische kontrole ‑ N.M.B.S.

De Nationale Raad werd eerder om advies verzocht aangaande de procedure die door de N.M.B.S. gevolgd wordt indien er tussen de behandelende geneesheer en de geneesheer‑inspekteur van het bedrijf onenigheid bestaat omtrent een arbeidsongeschiktheid, meer bepaald in geval van een scheidsrechterlijke procedure. Tijdens zijn vergadering van 24 maart 1990 heeft de Nationale Raad zijn advies van 16 september 1989, dat gepubliceerd werd in Tijdschrift nr. 46, bevestigd.
Hij heeft terzelfder tijd een brief gezonden naar de bevoegde Minister, de heer DEHAENE, waarin deze verzocht wordt de procedure die momenteel toegepast wordt door de N.M.B.S., te herzien (Tijdschrift nr. 48, blz. 29).

In mei antwoordt de Minister aan de Raad dat hij de op dit vlak bevoegde dienst gelast heeft, het probleem te bestuderen.
Op 30 juli bezorgt de Minister het verslag van deze dienst aan de Nationale Raad. De laatste alinea van deze kennisgeving bepaalt het volgende: "De N.M.B.S. bevestigt mij dat voortaan, wanneer een bediende zal verzocht worden het werk te hervatten vóór de door zijn behandelende geneesheer voorgeschreven datum, hem een brief zal overhandigd worden die hij zo vlug mogelijk aan zijn geneesheer dient te bezorgen en waarin de kontrolerende geneesheer de elementen zal mededelen waarop zijn beslissing om de betrokkene werkbekwaam te verklaren is gesteund".

In het antwoord van de Minister is er geen sprake van een scheidsrechterlijke procedure. Bij onenigheid tussen de behandelende geneesheer en de geneesheerinspekteur wordt de scheidsrechter niet eenstemmig door beide partijen gekozen . De leidinggevende geneesheer‑inspekteur wordt ambtshalve aangeduid.
De Raad had de Minister vroeger reeds verzocht deze scheidsrechterlijke procedure te herzien. Het antwoord omvat ook geen enkele zinspeling op de vraag naar een voorafgaand rechtstreeks mondeling kontakt tussen de behandelende geneesheer en de geneesheer‑inspekteur, alvorens een beslissing tot hervatting van het werk te nemen.
De Raad beslist nog een brief naar de Minister te zenden:

Brief van de Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 15 september 1990 kennis genomen van uw brief van 30 juli 1990 betreffende de medische kontrole bij het medisch centrum van de N.M.B.S.

In Uw antwoord schrijft U: "de N.M.B.S. bevestigt dat voortaan, wanneer een bediende zal verzocht worden het werk te hervatten vóór de door zijn behandelde geneesheer voorgeschreven datum, hem een brief zal overhandigd worden die hij zo vlug mogelijk aan zijn geneesheer dient te bezorgen en waarin de kontrolerende geneesheer de elementen zal mededelen waarop zijn beslissing om de betrokkene werkbekwaam te verklaren is gesteund".

De Nationale Raad meent echter dat dit onvoldoende is daar hij in zijn advies van 16 september 1989 heeft benadrukt dat met de term "kontakt" die in artikel 126 §4, voorkomt, "rechtstreeks mondeling" kontakt wordt bedoeld.

De Nationale Raad vraagt U derhalve de kontroleprocedure van de N.M.B.S. opnieuw te laten onderzoeken.

Voor wat de arbitrageprocedure bij de N.M.B.S. betreft meent de Nationale Raad tevens dat de voorziene procedure niet kan aanvaard worden aangezien de scheidsrechter niet vrij door beide partijen wordt gekozen.