keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Controle (Medische-)16/09/1989 Documentcode: a046011
Controle arbeidsongeschiktheid

Een geneesheer doet de Raad zijn bedenkingen en vragen geworden (Tijdschrift nr 45, p. 24) naar aanleiding van een advies van de Nationale Raad omtrent de medische controle (Tijdschrift nr 43, p. 39 en 50).
Hij vraagt zich af of de houding van adviserende of controlerende geneesheren die geen contact nemen met de behandelende geneesheer vooraleer een beslissing te nemen, die deze van de behandelende geneesheer wijzigt, laakbaar is ? Zo ja, hoe kan de Nationale Raad hieraan verhelpen ?
Tevens brengt hij de eerder opgeworpen problematiek m.b.t. de arbitrage tussen de geneesheer controleur van de Administratieve Gezondheidsdienst en de behandelende geneesheer onder de aandacht.

De Raad analyseert de nota die door één van de leden werd opgemaakt.

De aan de geneesheer controleur opgelegde verplichting, om in het kader van het gewaarborgd loon de behandelende geneesheer te contacteren, wordt door de Raad bevestigd (cf. Tijdschrift nr 43, p. 50).

Bij de N.M.B.S. is de functie van controle arts ingebouwd in hun statuut en wettelijk bepaald, zodat enkel op dit niveau een oplossing kan komen door wijzigingen in deze bepalingen, aldus de woordvoerder.

De werking van de Administratieve Gezondheidsdienst wordt geregeld in een reeks reglementen en besluiten. De uitspraken van de geneesheren van de A.G.D. zijn bindend... en in geval van betwisting heeft de behandelende geneesheer geen inspraak bij de keuze van de scheidsrechter.

Tijdens de discussie komt algemeen tot uiting dat de controle volkomen onafhankelijk van de "lastgever" van de controle arts moet worden uitgevoerd en dat de geneesheer controleur, ongeacht de betrokken diensten, met de behandelende geneesheer in contact moet treden vooraleer hij diens beslissing wijzigt.

Wat de problematiek omtrent de arbitrage in de Administratieve Gezondheidsdienst betreft, moet de Minister van Volksgezondheid worden gecontacteerd.

De Nationale Raad beslist de term "contact" bepaald in artikel 126, §4 van de Code van geneeskundige Plichtenleer nader te preciseren en doet de secretaris generaal van het Ministerie van Volksgezondheid een brief geworden.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad wenst te benadrukken dat met de term "contact", die in artikel 126 §4 van de Code van geneeskundige Plichtenleer voorkomt, "rechtstreeks mondeling" contact wordt bedoeld.

De bepalingen van de Code van geneeskundige Plichtenleer gelden uiteraard voor alle geneesheren. Daarom wordt de bijzondere regeling betreffende de Administratieve Gezondheidsdienst herzien en wordt contact genomen met de bevoegde ambtenaar.

Gezondheidsdienst (Administratieve-)19/11/1988 Documentcode: a043016
Medisch toezicht - A.G.D.

Medisch toezicht ‑ A.G.D.

Een provinciale raad vraagt de aandacht van de Nationale Raad voor de manier waarop door de Administratieve Gezondheidsdienst de medische controle wordt uitgevoerd.

Zou de controle‑arts zich, in geval van betwistingen, niet met de behandelend arts in betrekking moeten stellen ? Zouden, in geval van arbitrage, beide artsen zich niet moeten akkoord verklaren over de keuze van een derde ? Bij de A.G.D. wordt, in geval van betwisting, verplicht een beroep gedaan op de hoofdgeneesheer van de rijksdienst. Zou bovendien niet moeten worden gepreciseerd dat in geval van een arbitrage, de gekozen arts verplicht is de patiënt te onderzoeken en inzage te nemen van het dossier ?

Antwoord van de Nationale Raad:

Krachtens de geldende wettelijke bepalingen moeten, in geval van meningsverschil, met name bij verplichte werkhervatting in het kader van de Administratieve Gezondheidsdienst, de behandelend geneesheer en de controle‑arts zich schikken naar de arbitrage van een derde arts.

Volgens het reglement van de Administratieve Gezondheidsdienst wordt deze arbitrage‑opdracht toegekend aan de hoofdgeneesheer van de Administratieve Gezondheidsdienst die de hiërarchische overste is van de controle‑arts en bijgevolg niet vrij "gekozen" door de conflicterende artsen.

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren heeft er reeds bij herhaling op aangedrongen dat aan deze abnormale situatie een einde zou moeten komen door in dit geval, zoals in alle andere gevallen, de beide artsen met wederzijds akkoord een scheidsrechter te laten kiezen.

De Nationale Raad heeft zijn Bureau ermee belast een onderhoud te beleggen met de geneesheer‑directeur van de Administratieve Gezondheidsdienst, Dr Bailleux, om deze aangelegenheid nader te bespreken.