keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Resultaten

Medisch dossier14/01/2023 Documentcode: a170001
report_problem

Dit advies vervangt de adviezen van de nationale raad van 9 februari 2013 (a140021-R) en 19 september 2020 (a167022-R)

De verwerking van gezondheidsgegevens in het kader van een tuchtprocedure

In zijn vergadering van 14 januari 2023 onderzocht de nationale raad van de Orde der artsen de verwerking van gezondheidsgegevens door de provinciale raden van de Orde der artsen in het kader van een tuchtprocedure.

De provinciale raden zijn bevoegd om te waken over het naleven van de regelen van medische deontologie en over de handhaving van de eer, de bescheidenheid, de eerlijkheid en de waardigheid van de artsen die op de lijst van de Orde van die provincie zijn ingeschreven (…) (art. 6, 2°, in samenhang gelezen met art. 5, koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der artsen).

Een tuchtonderzoek (art. 20, §1, 2de lid, koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der artsen) dat tot doel heeft na te gaan of een arts de regels van medische deontologie heeft nageleefd bij de verzorging van een patiënt, houdt in dat de onderzoekscommissie de gezondheidsgegevens van de betrokken patiënt inkijkt voor zover ze, overeenkomstig de beginselen van de privacyregelgeving, noodzakelijk zijn voor de onderbouwing van de tuchtvordering en evenredig zijn aan het nagestreefde doel (art. 9, lid 2, f), in samenhang gelezen met de overwegende bepaling (73), Algemene Verordening Gegevensbescherming).

Het is de tuchtoverheid zelf, als bewaker van het beroepsgeheim, die beoordeelt welke gezondheidsgegevens noodzakelijk en relevant zijn voor de behandeling van het geschil.

De inzage in de gezondheidsgegevens van de patiënt is gerechtvaardigd door de wettelijke opdracht waarmee de Orde der artsen is belast en het doel van het tuchtrecht, met name de waarheidsvinding en de beteugeling van een tuchtrechtelijke inbreuk, ter bescherming van de volksgezondheid.

De verdachte arts of een derde arts bij wie het patiëntendossier wordt opgevraagd, kan zich niet het recht voorbehouden zich hiertegen te verzetten.

De opvraging van het patiëntendossier bij de verdachte arts of een derde arts moet worden gemotiveerd, door de vermelding van de wettelijke opdracht van de Orde der artsen en een beknopte omschrijving van de klacht. De motivering laat de arts, bij wie het patiëntendossier wordt opgevraagd, toe de mededeling van gezondheidsgegevens van de patiënt aan de Orde der artsen te verantwoorden, overeenkomstig de beginselen van proportionaliteit en noodzakelijkheid.

De verwerking van gezondheidsgegevens door de provinciale raden, gebeurt met respect voor het beroepsgeheim (art. 30, koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der artsen).

Wanneer de gezondheidsgegevens betreffende de patiënt werden verkregen bij een derde, dient de patiënt (al dan niet klager) ervan op de hoogte te worden gebracht dat de noodzakelijke en relevante gegevens uit zijn patiëntendossier worden verwerkt door de Orde der artsen overeenkomstig de modaliteiten van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (art. 14, Algemene Verordening Gegevensbescherming).

Patiëntenrechten20/03/2021 Documentcode: a168007
Recht van de patiënt betreffende de rectificatie of het wissen van gegevens in zijn medisch dossier

De nationale raad van de Orde der artsen heeft het recht van de patiënt onderzocht betreffende de rectificatie of het wissen van gegevens in zijn medisch dossier.

De patiënt heeft het recht op inzage in het hem betreffend patiëntendossier.[1] In de context van patient empowerment neemt de patiënt actiever deel aan zijn zorgproces en zal hij frequenter kennis nemen van zijn medische gegevens, onder meer via gezondheidsnetwerken.

Als gevolg hiervan krijgen meer en meer artsen de vraag van hun patiënten om bepaalde gegevens in hun medisch dossier te verbeteren en/of te wissen.

  1. Recht op rectificatie

De patiënt heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld rectificatie van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen. Met inachtneming van de doeleinden van de verwerking heeft de betrokkene het recht vervollediging van onvolledige persoonsgegevens te verkrijgen, onder meer door een aanvullende verklaring te verstrekken.[2] Het recht op rectificatie is een grondrecht.[3]

Persoonsgegevens moeten juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd. Alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te wissen of te corrigeren.[4]

De juistheid van de gegevens moet worden nagekeken. Slechts wanneer de arts vaststelt dat de gezondheidsgegevens onjuist of onvolledig zijn, moeten zij worden verbeterd of aangevuld.

Dit recht is er niet op gericht de inhoudelijke juistheid van een medische diagnose – die het resultaat is van een professionele beoordeling en dus een medische “opinie” uitmaakt – te kunnen betwisten.[5] Subjectieve betwistingen omtrent de diagnosestelling worden beoordeeld door de betrokken arts en worden desgevallend zonder gevolg gelaten. De arts noteert in het patiëntendossier dat de diagnose wordt betwist en door wie.

Het recht op rectificatie kan evenwel worden uitgeoefend in situaties waar vergissingen in het dossier voorkomen, als gevolg van een onjuiste verwerking van persoonsgegevens.[6] Er kan in deze context worden gedacht aan bijvoorbeeld een objectief vast te stellen foute diagnose, het foutief registreren van de bloedgroep van de patiënt[7] of een foutieve spelling van de naam van de patiënt. Objectief vast te stellen vergissingen dienen steeds kosteloos te worden verbeterd.

2. Recht op het wissen van gegevens

De patiënt heeft in bepaalde gevallen[8] het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen.[9]

Het recht op het wissen van persoons- en gezondheidsgegevens is niet van toepassing indien de verwerking noodzakelijk is om redenen van algemeen belang op het gebied van volksgezondheid, voor het verstrekken van gezondheidszorg en voor zover de verwerkingsverantwoordelijke gehouden is tot het beroepsgeheim.[10]

De relevantie van het recht om gezondheidsgegevens kosteloos te laten wissen is aldus gering. De verwerking en de bewaring van gezondheidsgegevens is noodzakelijk voor het verstrekken van kwaliteitsvolle zorg. De patiënt heeft bijgevolg niet het recht om relevante medische persoons- of gezondheidsgegevens te laten verwijderen uit zijn medisch dossier. De bewaartermijn voor gezondheidsgegevens bedraagt minimum 30 jaar[11] en maximum 50 jaar te rekenen vanaf het laatste patiëntencontact.[12]

Dit betekent niet dat de arts om het even welke gegevens in het patiëntendossier mag opnemen. De arts moet rekening houden met de principes van minimale gegevensverwerking, proportionaliteit en noodzakelijkheid. Dit betekent dat de gegevensverwerking toereikend is, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.[13]

De arts dient bij de opstelling van documenten en nota’s op datum telkens de persoons- en gezondheidsgegevens na te kijken en zich te vergewissen van hun juistheid en relevantie.


[1] Artikel 9, §2, Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt

[2] Artikel 16, Algemene Verordening Gegevensbescherming

[3] Hof van beroep Brussel – 2020/AR/721

[4] Artikel 5, 1, Algemene Verordening Gegevensbescherming; artikel 170, Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

[5] Beslissing 21/2020 van 30 april 2020 van de Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit; Hof van beroep Brussel – 2020/AR/721

[6] Beslissing 21/2020 van 30 april 2020 van de Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit

[7] Hof van beroep Brussel – 2020/AR/721

[8] (a) de persoonsgegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt; (b) de betrokkene de toestemming, waarop de verwerking berust, intrekt en er geen andere rechtsgrond is voor de verwerking; (c) de betrokkene bezwaar maakt tegen de verwerking en er geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden zijn voor de verwerking; (d) de persoonsgegevens onrechtmatig verwerkt zijn; (e) de persoonsgegevens moeten worden gewist om te voldoen aan een wettelijke verplichting: (f) de persoonsgegevens zijn verzameld in verband met een aanbod van diensten van de informatiemaatschappij aan minderjarigen

[9] Artikel 17, 1 en 2, Algemene Verordening Gegevensbescherming

[10] Artikel 17, 3, Algemene Verordening Gegevensbescherming

[11] Artikel 24, Code van medische deontologie

[12] Artikel 35, Wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg

[13] Artikel 5, 1, c), Algemene Verordening Gegevensbescherming

Persoonlijke levenssfeer27/04/2019 Documentcode: a165001
Leidraad voor de artsen inzake de Algemene Verordening Gegevensbescherming

Leidraad voor de artsen inzake de Algemene Verordening Gegevensbescherming

Op 27 april 2016 heeft het Europees Parlement en de Europese Raad een nieuwe verordening inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens uitgebracht, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna "AVG"), die in werking trad op 25 mei 2018.

Omdat de arts bij de uitoefening van zijn beroep gezondheidsgegevens en andere gevoelige informatie van zijn patiënten verwerkt, is het aangewezen dat hij deze wetgeving incorporeert in zijn dagelijkse praktijk en de ontwikkelingen hiervan nauw opvolgt.

Aangezien verscheidene deontologische principes(1) zeer nauw samenhangen met het respect op privacy van de patiënt, heeft de nationale raad van de Orde der artsen dit advies opgesteld en een mogelijkheid tot vraagstelling voorzien via het e-mailadres : privacy@ordomedic.be.

1. Algemeen

De AVG is een uitdieping van de bestaande regels omtrent privacy. De arts die reeds de bestaande privacyregelgeving respecteerde, zal weinig nieuwe regels moeten implementeren.

Algemene principes van de regelgeving die nauw samenhangen met het recht op privacy, bijvoorbeeld bepaalde rechten van de patiënt(2) en het beroepsgeheim, blijven bestaan zoals voorheen.

Een individuele arts of een groepspraktijk hoeft voor de implementatie van de nieuwe regelgeving geen buitensporige uitgaven te doen. De nationale raad wenst zijn leden te waarschuwen voor bedrijven die buitensporige kosten aanrekenen voor de toepassing van de AVG in hun praktijk.

De nieuwe regelgeving kent evenwel enkele nieuwe begrippen, zoals een "functionaris gegevensbescherming(3)" of een "register van de verwerkingsactiviteiten". Deze begrippen zullen hierna aan bod komen.

2. Aanwijzing van een functionaris voor gegevensbescherming

Een functionaris voor gegevensbescherming (hierna "DPO") informeert en adviseert de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker over hun verplichtingen uit hoofde van de AVG of andere gegevensbeschermingsbepalingen. Hij ziet toe op de naleving van de regelgeving en het beleid errond, zoals de toewijzing van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokken personen(4). Daarnaast werkt de DPO samen met de toezichthoudende autoriteit en treedt hij hiervoor op als contactpunt.(5)

Een individuele arts of een groepspraktijk hoeft geen DPO aan te wijzen. Slechts voor de verwerking van een groot aantal gezondheidsgegevens is de aanstelling verplicht. Dit is het geval bij ziekenhuizen of structuren waar minstens 250 werknemers aanwezig zijn.

3. Register van de verwerkingsactiviteiten

Elke arts moet een register van de verwerkingsactiviteiten bijhouden. Het is een bestand waarin de arts beschrijft welke persoonsgegevens hij verzamelt, hoe hij deze beveiligt, waarom hij deze verzamelt, waar hij deze bewaart, voor hoe lang hij deze bewaart en of hij deze doorstuurt.(6)

Het opmaken van dergelijk register is een proces waarbij de arts bewust gaat nadenken over hoe hij omgaat met persoonsgegevens van patiënten en/of personeel. Het is een aanzet tot een herstructurering van het datamanagement indien de arts vaststelt dat hij bijvoorbeeld bepaalde persoonsgegevens niet goed beveiligt of niet meer nodig heeft voor de uitoefening van zijn beroep van arts.

De nationale raad stelt binnenkort een voorbeeld ter beschikking van hoe een register van de verwerkingsactiviteiten er kan uitzien.

4. Andere personen dan de arts die toegang hebben tot de persoonsgegevens van de patiënt

De arts wijst de categorieën van personen aan die toegang hebben tot de persoonsgegevens van patiënten. Hierbij wordt hun hoedanigheid ten opzichte van de verwerking van de betrokken gegevens nauwkeurig omschreven en gedocumenteerd.(7) Dit wordt toegevoegd aan het register van de verwerkingsactiviteit.

De arts zorgt ervoor dat de aangewezen personen door een wettelijke of statutaire verplichting, of door een evenwaardige contractuele bepaling ertoe gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen. Iedereen die toegang heeft tot de patiëntendossiers moet een vertrouwelijkheidsclausule hebben ondertekend in hun arbeids- of ander samenwerkingscontract.

Toegang betekent niet dat deze mensen ook effectief met de patiëntendossiers aan de slag gaan. Slechts de mogelijkheid om deze dossiers te consulteren is voldoende. De ondertekening van dit contract is een uitgelezen moment om deze medewerkers te informeren over de rechten en plichten bij het werken met persoonsgegevens.

5. Te nemen maatregelen (algemeen)

Voor de uitoefening van zijn beroep, verzamelt de arts gegevens over de gezondheid van zijn patiënten. Het betreft een bijzondere categorie van persoonsgegevens.(8) Gezondheidsgegevens zijn persoonsgegevens die verband houden met de fysieke of mentale gezondheid van een natuurlijke persoon, waaronder ook wordt verstaan gegevens over verleende gezondheidsdiensten waarmee informatie over zijn gezondheidstoestand wordt gegeven.(9)

De arts neemt alle nodige maatregelen om het recht op privacy van de patiënt te respecteren, de gevoelige data optimaal te beveiligen en een "gegevenslek" te voorkomen.

6. Doorgifte van persoonsgegevens

Er zijn heel wat situaties denkbaar waarbij de arts de gezondheidsgegevens van zijn patiënten doorgeeft. Ofwel worden de persoonsgegevens doorgegeven aan de patiënt zelf(10), ofwel worden deze doorgegeven aan derden(11).

Bij een doorgifte van gezondheidsgegevens moet de arts zich steeds afvragen of hij de gegevens mag doorsturen naar een derde ontvanger. Het beroepsgeheim laat niet toe dat de arts medische gegevens van zijn patiënten aan derden verstrekt. De arts kan derhalve slechts gezondheidsgegevens doorgeven indien hiervoor een wettelijke basis bestaat.

Bij een doorgifte van gezondheidsgegevens aan derden, op vraag van de patiënt, dient de arts zich de vraag te stellen of de patiënt uit hoofde van zijn zelfbeschikkingsrecht niet zelf het beste is geplaatst om te bepalen met wie en welke informatie hij wenst te delen.

De doorgifte van gezondheidsgegevens zelf moet op een veilige manier gebeuren en vraagt extra veiligheidsmaatregelen. Gezondheidsgegevens mogen enkel digitaal worden doorgestuurd via systemen met een multi-factor authenticatie. De arts mag bijgevolg geen medische gegevens via onbeveiligde e-mail versturen, zelfs niet indien de patiënt hiervoor de toestemming geeft.

De arts dient beveiligde informatienetwerktoepassingen te gebruiken, met een beschermingsniveau volgens de huidig geldende regels.

7. Software

De arts die gebruik maakt van software of nieuwe software aankoopt voor het management van zijn praktijk of de beveiliging van persoonsgegevens, moet steeds navraag doen bij de leverancier over de privacy settings. De leverancier van de software moet de AVG respecteren en hierover transparant communiceren met de arts. De arts blijft evenwel medeverantwoordelijk mocht de software niet voldoen aan de wettelijke voorwaarden.

Bij het inschakelen van derden bij de verwerking van persoonsgegevens onder de verantwoordelijkheid van de arts, moet de samenwerking, de beveiliging en het verloop van de verwerking contractueel vastgelegd worden in een verwerkingsovereenkomst. Veel bedrijven hebben hier reeds modellen voor en pasten hun algemene voorwaarden aan. Het is aangewezen om na te gaan of deze bepalingen afdoende zijn.

8. Bewustmaking van de nieuwe regelgeving

De arts maakt de medewerkers in zijn praktijk bewust van de veiligheidsmaatregelen die de patiëntengegevens beschermen en bepaalt welke personen tot welke gegevens toegang hebben.

Indien er een onbevoegde persoon toegang kreeg tot gezondheidsgegevens van patiënten of andere gevoelige informatie die de arts in de context van zijn activiteit bijhoudt, is er sprake van een "gegevenslek"(12).

Gegevenslekken moeten geregistreerd worden en, afhankelijk van de ernst, binnen de 72 uren gemeld worden aan de gegevensbeschermingsautoriteit en de betrokkenen.(13)

9. Toekomst

Verschillende overheden, instellingen en andere betrokken actoren bij het verwerken van gezondheidsgegevens beraden zich over deze nieuwe Europese regelgeving. In de toekomst zullen Europese richtlijnen preciseren hoe actoren binnen de gezondheidszorg moeten omgaan met patiëntengegevens.



(1) Het gaat voornamelijk om hoofdstuk 2, "Respect" van de Code voor Medische Deontologie

(2) Artikel 9 en 10 van de Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt (recht op een veilig bewaard patiëntendossier, recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer)

(3) De veelgebruikte Engelse benaming is "Data Protection Officer" of "DPO"

(4) Bijvoorbeeld het secretariaat, het verplegend personeel die de arts bijstaat

(5) Artikel 39 Algemene Verordening Gegevensbescherming

(6) Artikel 30 Algemene Verordening Gegevensbescherming

(7) Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

(8) Artikel 9 Algemene Verordening Gegevensbescherming

(9) Artikel 4, 15 Algemene Verordening Gegevensbescherming

(10) Bijvoorbeeld de resultaten van een onderzoek of bij de uitoefening van het recht op inzage in het patiëntendossier

(11) Bijvoorbeeld aan collega-artsen die de patiënt behandelen in het kader van gedeeld beroepsgeheim, aan het RIZIV op basis van bijzondere wetgeving, etc.

(12) Bijvoorbeeld inbraak, hacking, gezondheidsgegevens die worden verstuurd aan de verkeerde persoon, etc.

(13) Artikel 33 Algemene Verordening Gegevensbescherming