keyboard_arrow_right
Deontologie

Administratieve Gezondheidsdienst en contractuele controlegeneesheren

Na een informatieuitwisseling met het Staatssecretariaat van Volksgezondheid aangaande de aanwerving van contractuele geneesheren door de Administratieve Gezondheidsdienst en belast met het toezicht op de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, heeft de Nationale Raad een reeks opmerkingen geformuleerd ter attentie van Mevrouw de Staatssecretaris.

Daarin deed de Nationale Raad opmerken dat deze contractuele geneesheren niet het statuut hebben van ambtenaar en derhalve, met betrekking tot het medisch beroepsgeheim, niet dezelfde garanties bieden als de geneesheren‑ambtenaren van de AGD. De Nationale Raad drong aan op een nader onderzoek van deze kwestie.

In haar antwoord van 8 oktober 1986 onderstreepte Mevrouw de Staatssecretaris "dat de opdracht van deze geneesheren niet kan worden gelijkgesteld met de opdracht van de geneesheren die in opdracht van een werkgever controle uitoefenen op de arbeidsongeschiktheid. De bedoelde controlegeneesheren rapporteren namelijk aan hun geneesheer‑diensthoofd van de Administratieve Gezondheidsdienst en dus niet aan de werkgever van de onderzochte ambtenaar". Zij voegde daar nog aan toe: "dat de nodige garanties met betrekking tot het verstrekken van medische gegevens aan deze controlegeneesheren niet aanwezig zouden zijn, ontgaat mij"

In zijn vergadering van 13 december 1986 antwoordde de Nationale Raad hierop als volgt:

Uw schrijven van 8 oktober 1986 werd aan de Nationale Raad van de Orde der geneesheren op zijn vergadering van 13 december voorgelegd.

Ter verduidelijking van zijn standpunt, wenst de Nationale Raad U mede te delen dat het voor de behandelde geneesheer bij het doorgeven van medische gegevens aan een geneesheer die in opdracht van een betalende instantie toezicht uitoefent op de gegrondheid van de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, erg belangrijk is de exacte functie van deze toezicht uitoefenende geneesheer te kennen daar de informatie‑uitwisseling o.m. daarvan afhankelijk is.

Voor de behandelende geneesheer zal het een wezenlijk verschil uitmaken wanneer deze toezicht uitoefenende geneesheer een geneesheer‑adviseur van een ziekenfonds is, een geneesheer‑inspecteur van de ziekteverzekering, een geneesheer‑ambtenaar van de AGD of een geneesheer, die controle‑onderzoeken verricht in het kader van de wetgeving op het gewaarborgd week‑ en maandloon.

De waarborgen in het vlak van de naleving van het beroepsgeheim en de gevolgen voor de toezichthoudende geneesheer bij schending ervan zijn erg verschillend en dan ook een bepalend element bij het al of niet doorgeven van medische gegevens.

De geneesheren aangeworven in toepassing van het koninklijk besluit van 7 maart 1984 zijn "contractuelen" die wel een opdracht krijgen van een geneesheer‑ambtenaar, maar daarmee niet kunnen worden gelijk gesteld, zodat het voor de hand ligt dat de behandelde geneesheer hen bij de uitwisseling van medische informatie zal beschouwen als geneesheren die controle uitoefenen in het kader van de wetgeving op het gewaarborgd week‑ en maandloon.

Het feit dat de "contractuelen" verslag uitbrengen bij een geneesheer‑ambtenaar verandert niets aan hun relatie met de behandelende geneesheren voor wie zij geen ambtenaar zijn en dan ook niet de bijkomende garanties bieden die daaruit voortvloeien.