De al dan niet verenigbaarheid tussen de functie van hoofdarts en deze van stagemeester
Een provinciale raad maakt de opmerking dat in kleinere ziekenhuizen de onverenigbaarheid tussen de functie van hoofdarts en deze van stagemeester moeilijk houdbaar is, zoals vooropgesteld in het advies van de Nationale Raad d.d. 19 december 2009.
Advies van de Nationale Raad :
In zijn vergadering van 5 juni 2010 besprak de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw opmerkingen betreffende het advies van 19 december 2009 waarin wordt gesteld dat er een onverenigbaarheid bestaat van de functie van hoofdarts met deze van stagemeester.
Het is evident dat een arts, en dus evenzeer een hoofdarts, die geen klinische activiteit uitoefent in het ziekenhuis, wettelijk de functie van stagemeester niet kan waarnemen.
U stelt terecht dat het probleem van cumulatie van de functies van hoofdarts en stagemeester zich voornamelijk stelt in de kleinere ziekenhuisinstellingen waar de hoofdarts ook partieel een klinische activiteit heeft.
De bedoeling van het uitgebrachte advies is te wijzen op de wettelijke en deontologische verplichtingen van de stagemeester om een adequate opleiding aan zijn toegewezen arts-specialist in opleiding (ASO) te waarborgen. Deze opleidingsopdracht komt in het gedrang wanneer de stagemeester ook de omvangrijke, wettelijk bepaalde taak van hoofdarts te vervullen heeft. Het hoeft geen betoog dat de ASO niet de plaatsvervanger kan zijn van zijn stagemeester wanneer deze de taak van hoofdarts waarneemt.
De Nationale Raad verwijst naar de motivatie van zijn uitgebracht advies en handhaaft zijn standpunt.