keyboard_arrow_right
Deontologie

Autopsie - Toelating van patiënten of naastbestaanden

Autopsie - Toelating van patiënt of naastbestaanden

Een provinciale raad ontving een klacht tegen het hoofd van een spoedgevallendienst van een universitair ziekenhuis wegens het uitvoeren van een autopsie zonder medeweten van de familie van de overledene.
De provinciale raad wenst te vernemen of het advies van de Nationale Raad van 7 mei 1988 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 41, september 1988, 18) nog geldt. De provinciale raad is er voorstander van dat aan ziekenhuisverantwoordelijken het advies zou gegeven worden in het opnamedocument te vermelden dat patiënten de mogelijkheid hebben zich te verzetten tegen een eventuele autopsie.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 23 augustus 1997 het door U in uw brief van 6 mei 1997 aangehaalde probleem onderzocht.

Het advies van 7 mei 1988 van de Nationale Raad, dat steunt op de artikelen 133, 134 en 135 van de Code van geneeskundige Plichtenleer die handelen over de lijkschouwing, is steeds van kracht.

De Nationale Raad heeft geen bezwaar tegen de door U in dit verband voorgestelde clausule.

Advies van de Nationale Raad van 7 mei 1988:

De Raad is de mening toegedaan dat een lijkschouwing alleen kan worden verricht wanneer er geen expliciet of impliciet verzet is geweest van de patiënt of vanwege diens nabestaanden.

Er is geen wettekst die de toelating van de nabestaanden voorschrijft.