keyboard_arrow_right
Deontologie

Crematie - Verwijdering van pace-makers en pijnstillerpompjes - Bestemming

Crematie - Verwijdering van pace-makers en pijnstillerpompjes - Bestemming

Naar aanleiding van het advies van de Nationale Raad van 24 mei 1997 (Tijdschrift Nationale Raad, nr. 78, p. 24) legt een arts aan zijn provinciale raad de vraag voor wat er dient te gebeuren met de pace-makers en pijnstillerpompjes nadat men ze verwijderd heeft met het oog op de crematie van de overledene.

De provinciale raad stuurt deze vraag door aan de Nationale Raad.

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn zitting van 16 januari 1999 de vraag om advies besproken, vervat in uw brief van 12 november 1998, vanwege Prof. X, wat betreft de toe te meten eindbestemming aan de vóór crematie verwijderde pace-makers en pijnstillerpompjes.

De Nationale Raad kan zich hierover niet uitspreken aangezien dit gegeven geen strikt medisch-deontologisch probleem uitmaakt. De Nationale Raad stelt dan ook voor dat dr. X deze materie ter advies voorlegt aan de Hoge Gezondheidsraad die bevoegd is omtrent deze specifieke afvalverwerking.

De Nationale Raad beklemtoont niettemin dat een commercieel tweedehandscircuit van deze materialen ethisch en deontologisch onaanvaardbaar is.