Sterilisatie van mentaal gehandicapten
Een geneesheer wordt verzocht een minderjarig mentaal gehandicapt meisje te steriliseren dat in een gemengd instituut voor gehandicapten verblijft.
Na een aantal mislukkingen bij het voorschrijven van anovulatoria, overweegt een geneesheer van het Centrum nu de heelkundige sterilisatie bij de ernstige mentaal gehandicapte meisjes van de instelling.
De Nationale Raad heeft op zijn vergadering van 13 juni 1981 dit probleem nader onderzocht en het volgend advies uitgebracht en ging hierbij uit van het in maart 1971 uitgebrachte advies op verzoek van de Provinciale Raad van Antwerpen en van artikel 54 van de Code van geneeskundige Plichtenleer:
De Nationale Raad wenst vooreerst te onderstrepen dat een systematische sterilisatie van mentaal gehandicapten onaanvaardbaar is en dat elk geval individueel dient onderzocht en besproken te worden.
De definitieve heelkundige sterilisatie van een mentaal gehandicapte is een zeer ernstige ingreep met verstrekkende gevolgen zodat een onbetwistbare indicatie voorhanden dient te zijn.
Er wordt vereist dat:
- de noodzaak bewezen is,
- de reversibele middelen geen voldoende oplossing kunnen bieden,
- de wettelijke vertegenwoordiger voldoende voorgelicht is over het irreversibel karakter van de ingreep en over de problemen die zich achteraf kunnen stellen,
- de wettelijke vertegenwoordiger er vrij over beslist en zijn toestemming schriftelijk wordt bevestigd.
Als waarborg voor de naleving van deze voorwaarden moet de beslissing tot definitieve sterilisatie in een rapport worden vastgelegd. De geneesheren die de beslissing moeten nemen, moeten het rapport ondertekenen en zij moeten minstens met drie zijn, waaronder:
- de gynaecoloog of de chirurg die de ingreep uitvoert,
- een neuropsychiater,
- de huisarts of een specialist in het vlak van de indicatie voor de ingreep.
Tenminste één van de geneesheren vermeld onder 2 of 3 mag geen enkele binding hebben met de instelling waarin de mentaal gehandicapte desgevallend verblijft.
Het moet mogelijk zijn uit het rapport de identiteit van de betrokkene af te leiden, hetzij door de naam, hetzij door het nummer van het dossier te vermelden; de datum en de instelling waar de ingreep plaatsvindt, dienen eveneens te worden vermeld.
Het door bovenvermelde geneesheren ondertekend rapport moet worden overgemaakt aan de Provinciale Raad van de Orde waaronder de geneesheer belast met de ingreep, ressorteert.
De Nationale Raad acht al de voormelde waarborgen noodzakelijk om de mentaal gehandicapte voldoende te beschermen.