keyboard_arrow_right
Deontologie

Adviserend geneesheer van een ziekenfonds - Taak

Krachtens het Besluit van de Waalse regering van 4 juli 1996 komen gehandicapte personen in aanmerking voor bepaalde voordelen die hun integratie in het onderwijs, de maatschappij en de arbeidsmarkt moeten vergemakkelijken. De betrokken personen moeten een individuele tegemoetkomingsaanvraag indienen die onder meer vergezeld moet gaan van een medisch dossier opgesteld door een arts die over een bijzondere kwalificatie beschikt zoals een licentie in expertise en beoordeling van lichamelijke schade.
Sommige adviserend geneesheren zijn houder van deze licentie.
Aan het Comité van de Dienst voor geneeskundige controle van het Riziv werd de vraag gesteld of de adviserend geneesheren bedoelde aanvragen mogen opstellen, eventueel tegen betaling.
Het Comité antwoordde hierop op 31 januari 1997 bevestigend, doch stond geen vergoeding toe.
De Nationale Raad wordt om advies verzocht over het deontologisch aspect van deze zaak.

Advies van de Nationale Raad:

Het vanuit verschillende functies optreden, hetzij gelijktijdig hetzij achtereenvolgens, door een adviserend geneesheer van een ziekenfonds ten opzichte van dezelfde persoon is in strijd met de medische deontologie aangezien het zowel de neutraliteit als de professionele onafhankelijkheid van de adviserend geneesheer in het gedrang brengt.